de langzame ziet meer (Stan Nadolny)

Ik draai de sleutel in het slot van de kamerdeur. Het is de kamer waar ik de nacht zal doorbrengen. Het bed bij de deur is al bezet zegt de aardige dame van het hostel. De deur gaat open en daar sta ik dan in mijn riante kamer van drie bij drie meter. Twee bedden met een kleine opening ertussen in de lengte en daarboven een bed in de breedte.

Die blijft gelukkig leeg deze nacht. Maar wel weer een prachtige badkamer met ligbad waar ik trouwens geen gebruik van maak. Mijn kamergenoot is een Braziliaan die hier een half jaar een IT studie doet. Hij zit tot na middernacht te studeren tenminste hij is op zijn laptop bezig. Ik probeer om 11 uur te gaan slapen maar zelfs na het innemen van een codeïne pilletje blijven mijn gigantisch hoestbuien doorgaan. En dan in zo’n klein kamertje. Je probeert het in te houden maar het wordt daardoor alleen maar erger. In de volgende plaats heb ik een vierpersoonskamer alleen kan ik heerlijk hoesten maar dat terzijde.

Maandag begint de dag met een kleine wereld, je kunt de boten zelfs niet in de haven zien liggen. Na een uitgebreid ontbijt, drie broodjes met kaas of jam en een mok koffie van zo’n halve liter ga ik pas om een uur of tien op pad. Vandaag geeft de kaart aan 25 km. We gaan het zien.
Het is echt maandag in de stad een drukte van werkende mensen, tenminste ik neem aan dat al die pratende mensen aan het werk zijn.
Op de boulevard is de zilverui generatie aan het werk. 60, 70 en 80 tiggers zijn aan het bewegen en niet zo’n beetje ook. Aan de gezichten te zien is het een serieuze bedoening. Er wordt zelden gegroet. Hardlopen, snelwandelen en fietsen. Drommen mensen. Gisteren zondag druk met gezinnen nu is het massaal de beurt aan de pensionada’s. Dat zie je in Nederland toch niet.

In het volgende plaatsje, Póvoa de Varzim zijn hele generatie’s bezig alle strandtenten op te ruimen. Ook hier is het seizoen dus afgelopen. Tot nu toe nog geen pelgrim gezien. Na mijn eerste stop voor een pingo loopt er zomaar een voor mij met stokken nog wel. Ik loop weer op de houten paden en snel haal ik haar in. Ik weet niet hoe dat komt dat ik altijd maar iemand moet inhalen, het lijkt wel of ik haast heb. Haast? Waarvoor, ik heb de hele dag de tijd. Oké, mijn slaapplek is geboekt maar 25 km daar kan ik de hele dag over doen.

imageOok hier wordt de vis duur betaald.
Ik loop een tijdje met de medepelgrim die een Duitse blijkt te zijn op. We kletsen wat en na 10 minuten pak ik mijn eigen tempo weer op. Het zonnetje is inmiddels alweer behoorlijk aan het branden. Eindelijk veranderd er wat aan de route, iets van de kust af en over zand en steenweggetjes. Dat vind ik toch prettiger lopen dan over die keurige houten nette paden. Nu kan ik ook weer mijn Poles erbij pakken. Dat loopt toch wel heerlijk, de rugzak is gelijk een stuk minder zwaar. Om vier uur ben ik al bij de alberque, een heel grote jeugdherberg. Een kamer voor mij alleen en later komt Jennifer, de Duitse ook nog. We zijn waarschijnlijk de enige in dit giga gebouw. Zou ook goed gebruikt kunnen worden voor vluchtelingen. Alle voorzieningen zijn aanwezig, zelfs een zwembad in de tuin. Voor wie deze route nog gaat lopen, dit is wel een aanrader, heerlijk rustig en inclusief ontbijt en echte schone lakens voor maar 11 euro.
Morgen loop ik van Esposende naar Viana do Castelo. Weer ongeveer 25 km.
Het ontbijt is hier vanaf half negen, uitslapen dus en dan probeer ik eens langzaam te lopen.

4 Comments on “de langzame ziet meer (Stan Nadolny)

Plaats een reactie