Waarom moet ik zonodig pelgrimeren.

Weken achter elkaar lopen met een zware rugzak op mijn nek en slapen in slaapzalen. Als ik mazzel heb kan dat in het beneden bed anders moet ik een scherp trapje op om in het bovenbed te komen. Naar boven gaat nog wel maar s’nachts in het donker met mijn blote kakkies dat koude trappetje weer af is verdomde lastig. Heel prettig als je twee of drie keer een plasje moet doen. Dan vergeet ik nog even de snurkende mensen. Aan de andere kant het heeft natuurlijk ook wel wat. Ik ontmoet veel mensen die allemaal dezelfde kant opgaan. Als je zo een paar weken met elkaar oploopt krijg je toch een band.

Nu na een paar dagen te hebben doorgelopen met heftige pijn onder mijn knie vind ik het genoeg geweest. Voor mij geen camino meer. Zeven keer  aankomen in Santiago de Compostela is genoeg. Het lopen op zich zal ik zeker blijven doen maar dan met een dagzak en voor mij nieuwe routes ontdekken in Nederland en de rest van Europa. Het gaat mij aan mijn hart om de camino achter mij te laten maar het is goed zo. Ik ben op veel prachtige plekken geweest.

Even een terugblik.

In 2010 mijn grote camino. Ede – Santiago de Compostela. Na drie maanden aankomen bij het plein voor de kathedraal en zeggen: dat nooit meer. Na twee dagen sloeg het virus toe. Wanneer zal ik weer gaan? Deel van de Frances, Vanaf Porto de Poruqués, binnendoor en de kust route en zevenhonderd km op de via de la plata. Een paar keer een pelgrimage georganiseerd voor nierpatiënten en partners van. Alles bij elkaar dus zeven keer Santiago.

Nu weer verder met mijn one year roadtrip through Europe.