In Lorca is een kasteel en daar hebben we afgesproken om op het parkeerterrein de nacht door te brengen. De plek staat op de camperapp, park4night. Via de app de route ingetikt en rijden maar. Nu had ik het kunnen weten. De navigatie app die ik gebruik geeft namelijk wel vaker hele vreemde weggetjes aan. In Lorca aangekomen zie ik het kasteel al erg hoog boven de stad uittorenen. Al snel rij ik door de stad en word een smallere weg ingestuurd. Er staat een bord met, inrijden voor voertuigen niet langer dan 6 meter. Nu is sprintertje net een meter langer. Moet kunnen, die maten worden ruim gemeten.
De straatjes worden meer steegjes met haakse bochten. allemaal eenrichting. Toch verder de hoogte in tot……..er wel een hele kleine bocht genomen moet worden. Ik zet de bocht in tot het moment waarop het lijkt dat we vast komen te zitten. De rechterspiegel wordt al ingeklapt want dat huis waar we langs moeten heeft ook zo’n sierhekje voor het raam. Linksachter zit een zwart dopje, dat is het breedste stuk en een klein beetje schurend over dat dopje komen we er doorheen. Het ging echt op de millimeter. Hierna gaat het weggetje steil omhoog, dan lijkt de weg op te houden. Stoppen, uitstappen en verkennen hoe we nu verder moeten.
Het kasteel ligt nog steeds hoog boven ons. Rechts en links komen we uit op een weg in aanbouw. Alleen de ondergrond is aangestampt. allemaal steentjes en stenen waar nog asfalt overheen moet. Een man bij het huisje waar we voor staan wijst dat om er uit te komen we naar rechts moeten. De weg gaat met bochten ook weer de hoogte in, dan begint de gewone weg maar deze heeft een helling van 15%. Het is gelukt maar mijn mond was kurkdroog en ik had even tijd nodig om tot rust te komen. Ook mijn lief vond dit niet echt prettig.
Het plekje bij het kasteel is in ieder geval mooi dus niets voor niets deze toeren uitgehaald. Onze vriendinnen waar we een paar weken mee op stap zijn waren er al. Zij hadden wel een goede weg genomen.
We staan op een parkeerplaats met zicht op rotspartijen. Dan plotseling een paar steenbokken op de rotsen. Eerst twee maar al snel meer. Wat een behendigheid hebben die dieren.
Het kasteel dateert uit de 10e eeuw. In oorspronkelijke staat was het een van de grootste vestingwerken van Spanje. Je kunt met een gids de ruïnes van de voormalige Joodse wijk binnen de kasteelmuren bekijken met een gerenoveerde synagoge. Het grootste deel van het kasteel bestaat nu uit een Parador hotel. Vanaf het kasteel hebben we een prachtig uitzicht op de stad Lorca. Bij dag en bij nacht.
Dit was het weer voor deze keer. Ik wens iedereen een goed begin van het nieuwe jaar en niet alleen het begin.
Warme groet en een glimlach,
Dat is wel even geleden dat ik een blogje plaatste. Dat gebeurt weleens, gewoon geen zin. Vroeger zei mijn moeder als ik geen zin had, dan maak je maar zin. Dat is lang geleden en zin maken hoeft niet meer. Doe geen dingen waar je geen zin in hebt. Nu heb ik dus weer zin en er is zoveel moois te zien in de omgeving waar ik nu ben dat ik het graag wil delen.
Na een tijdje langs de kust van de Costa Blanca vertoefd te hebben ben ik nu in Andalusië beland en wel in Mojàcar . Het is op en rond een rots gebouwd op ongeveer twee km van de zee. Vanaf de top heb je een machtig vergezicht over de zee, de woestijn Tabernas en de bergen. De huizen zijn wit en liggen tegen de rots aangebouwd. Prachtig maar voor rolstoelers niet echt geschikt.
Mojàcar heeft al een lange geschiedenis, zeker al zo’n 4000 jaar. Het begon met Feniciërs, Carthagers natuurlijk Romeinen. De Grieken zagen het ook wel zitten maar toen kwamen de Moren en onder die jongens begon het pas echt te groeien en bloeien. Ook nu nog blijft het een kruising van vele culturen. Er kwam een kasteel en de stadsmuren werden drastisch aangepakt, uitgebreid en versterkt. Zo tegen het midden van de 18e eeuw waren er meer dan 10.000 inwoners. Toen begon de droogte, het gebied rondom werd de nu nog enige woesten in Europa. Veel inwoners emigreerden naar Amerika of gingen in Noord-Spanje werken en wonen. Een stuk later om precies te zijn in 1960 waren er nog maar 1000 zielen over. Een paar slimme lokale leiders bedachten een plan. Ze besloten land weg te geven aan iedereen die beloofde erop te bouwen. Bingo. Nieuwe bewoners begonnen te verschijnen en het stadje werd een florerende kunstenaarskolonie. Niet alleen Spanjaarden want Mojàcar heeft nu nog een van de hoogste emigrantenpopulaties van heel Spanje.
Wij staan op een camping beneden aan de rots en stoer lopen we wel even naar boven. Super steile helling. Boven aangekomen, eigenlijk nog de onderkant van de pueblo (dorp) staat midden op een rotonde een steen met een beeld van een vrouw erop. Ze houdt haar voet iets de hoogte in met in haar hand een schoentje en op de grond ligt een muiltje. Dit beeld staat voor vele vrouwen die vroeger door de bergen naar hier kwamen lopen om wat klusjes in het dorp op te knappen. Bij deze steen op deze plaats verwisselden ze hun schoenen. En wij maar puffen na een klein klimloopje.
Het bovendorp heet niet voor niets zo. Het is behoorlijk hoog maar daar is iets op gevonden en dat heet lift. Dicht bij de steen kun je met een lift naar boven, wel zo makkelijk. Dan kan het slenteren door de smalle straatjes beginnen. Alles wit op dit moment in kerstsfeer. Veel leuke winkeltjes en mooie doorkijkjes. Ik tref er ook een kapperswinkel en mag direct binnen komen. Een vrouw die al meer dan veertig jaar in het vak zit vertrouw ik wel.
No demasiado corto y en capas geeft mijn vertaler aan oftewel niet te kort en in laagjes. Ze begrijpt het goed. eerst even een lekkere wasbeurt met stevige hand en precies naar mijn zin geknipt. De 13 euro meer dan waard.
Mojàcar is een aantrekkelijk dorp om te bezoeken en staat niet voor niets in de licht van de mooiste dorpen van Spanje. Om hiervoor in aanmerking te komen mag het dorp niet meer dan 15.000 inwoners hebben, er moet natuurlijk en cultureel erfgoed zijn. de huizen en omgeving moeten schoon en goed onderhouden zijn. vooral geen reclame of bilboards. Er zijn culturele festiviteiten die kenmerkend zijn voor de culturele indentiteit en nog een paar dingen. Maar in ieder geval Mojàcar voldoet aan al deze eisen.
Nog een kleine twee weken en ik mag weer “on the road “. Op weg naar 🇪🇸. En dat brengt mij op het volgende. De cortado. Dat komt eigenlijk door Jan Bastiaansen. Hij plaatste op facebook een soort poster met daarop de belangrijkste soorten koffie die je in Spanje kunt bestellen. Daarop mistte ik mijn twee favorieten, de cortado en de carajillo. Twee typische Spaanse specialiteiten.
Als je niet vaak in Spanje komt heb jij misschien nog nooit van een cortado gehoord? Deze koffiesoort is in Nederland nog niet zo bekend, maar in landen zoals Spanje, Portugal en Cuba wordt de cortado aan de lopende band besteld. Wat is een cortado.
De basis van een goede cortado bestaat uit een espresso. Bij een cortado wordt de espresso ‘gesneden’ door warme melk. Daar heeft hij ook de naam aan te danken want het Spaande woord contar betekend snijden. Er gaat net zoveel als of soms net iets meer melk dan espresso in de cortado. Deze melk heeft geen schuim; in tegenstelling tot een macchiato, waarbij schuim ondenkbaar is. Wordt hij toch met een beetje schuim gemaakt? Dan krijgt hij ook wel de benaming ‘leche y leche’, wat ‘melk en melk’ betekent.
In Spanje krijg je de cortado meestal in een klein glaasje. Als ik in Nederland cortado bestel zit het meestal in een espresso machiato kopje en ook vaak met schuim inplaats warme melk. Vandaag ook weer, ik was toevallig in Amstelveen. Nou ja niet echt toevallig ik ging naar museum Jan om daar de tentoonstelling met werk van de landschapschilder Wim Oepst te bekijken. Voor mij niet echt iets waar ik van in verrukking kom. Maar goed ik zat na afloop in een koffietentje en daar hadden ze cortado op de kaart staan. Ahhh, lekker, wel 3 euro vijftig maar goed het is zondag. In Spanje betaalde ik vorig jaar gemiddeld 1 euro twintig. Zal dit jaar ook wel wat duurder zijn.
De cortado die ik voorgeschoteld krijg zit in een klein aardewerken kopje en met schuim. Het lijkt er op maar net niet helemaal, wel goed sterk.
Wil je een keer een cortado maken? Zo doe je dat.
Verwarm de melk. Zorg ervoor dat er geen of weinig schuim aanwezig is. Giet de melk langzaam bij de espresso en por favor: de cortado is klaar.
En dan de carajillo. Carajillo is een typisch sterk Spaans kopje koffie, met een flinke scheut rum of brandy. Maar ik ga persoonlijk voor een carajillo met brandy, niet al teveel maar ook niet te weinig en de sterke koffie moet goed heet zijn. Als degene de brandy erbij giet dan is deze op de juiste temperatuur om te drinken. Deze drink je dus zwart en niet met melk erin maar brandy.
Dan heb ik er nog een maar daar ken ik geen naam voor. In 2010 heb ik een aardig stukje gelopen en zo kwam ik in Oviedo. Een stad waar je of met de camino del norte kunt doorgaan of beginnen met de camino primitivo. Er is een kleine alberque met en dat gebeurt zelden een kamer voor vrouwen en een voor mannen. Het was druk en ik had nog net een onderkant van een stapelbed. Het bed boven mij werd in bezit genomen door een pezige stille Engelsman. Keurig zijn slaapzak erop, rugzak aan de zijkant en hij vertrekt zonder een woord te zeggen.
Het is een uur of negen en ik ga nog even de stad in. Het begint al een beetje druk te worden. Aan een tafeltje buiten zit mijn bovenbedmaatje. Hij wenkt mij en vraag of ik erbij kom zitten. Voor hem op tafel staat een glas met whisky. Ik ga voor een Cuba Libre. Je weet wel hoe dat gaat, eerst even voorstellen, hij heet Eric en waar kom jij vandaan. Hij hoort dat ik uit Nederland kom en vertelt mij zijn verhaal. Hij komt regelmatig in Nederland voor therapie bij ene Greet. Ergens in Noord-Holland. Door haar loopt hij ook deze camino naar Santiago de Compostela. Hij is met vervroegd pensioen gestuurd. Veel meegemaakt. Eerst als commando in het Britse leger en daarna bij een speciale elite eenheid van de politie. Het ging niet goed meer met hem, nachtmerries en depressies. Maar door Greet gaat het steeds beter. Wat heeft dit nu met koffie te maken, dat komt zo. Ik nok af en ga naar bed, hij blijft nog even.
Ik merk niet dat hij weer het bovenbed inkruipt, of ik slaap of ik hoor het niet. Ik denk het tweede. Ik lig nog een tijdje wakker op mijn rug en zie plotseling een paar benen naar beneden komen. Zien dus want ik hoor niets. Eric verdwijnt met slaapzak uit de kamer. Zo werkt dus een commando, geruisloos als een tijger.
De volgende dag regent het. Eric heeft buiten onder een afdak geslapen. Te benauwd binnen. Met mijn Australische camino vriend Hugh begin ik aan de 26 km voor deze dag. Het is niet alleen nat maar ook behoorlijk koud. Na een km of 9 worden we ingehaald door Eric. Hij heeft een tempo waar wij niet aan kunnen tippen. Giga rugzak op zijn rug en hij loopt zo licht als het bekende veertje.
Intussen zijn wij door en door koud geworden en eindelijk na 12 km is er een soort garagebox waar een bar in is geplaatst en verder wat barkrukken. Wel een espresso machine. Eric staat aan de bar met een glas voor zich met zoals het lijkt iets warms erin.
Nou daar komt hij dan eindelijk met z’n derde soort koffie.
Dit moeten jullie nemen zegt hij. Als wij er doorheen zaten tijdens een missie was dit onze booster. Camarero, lo mismo para estos señores. Ober, voor deze heren hetzelfde.
Nou inderdaad, ik werd er behoorlijk warm van en de laatste 14 km leken makkelijker. Het kan ook nog komen omdat het langzamerhand droog werd en de zon zich een beetje liet zien. Ik zal het nooit weten want dit was de eerste en de laatste keer dat ik het gedronken heb. Eric hebben we niet meer gezien want die liep minimaal 40 km per dag.
Lang verhaal, ik ben wel toe aan een lekkere cortado.
Lief heeft een afspraak in een gedeelte van Arnhem waar ik nog nooit geweest ben. Mooi moment om daar eens verandering in aan te brengen. We rijden er heen, zij gaat naar haar afspraak en ik ga de buurt eens verkennen. Tweehonderd meter vanwaar ik geparkeerd heb begint al een natuur gebied, de Rosandepolder. Wat een verrassend gebied, zo dicht bij het centrum van Arnhem.
Dit gebied zijn de uiterwaarden van de Nederrijn. Het eerste water dat ik tegenkom ligt rondom met woonboten. Je kan het slechter treffen. De uiterwaarden werden in de voorgaande eeuwen op verschillende manieren gebruikt. De rivier liep hier door steeds wisselende geulen en liet een lekkere vette klei achter. Goed voor mooie grazige weilanden maar natuurlijk ook goed materiaal om stenen van te bakken.
Het lijkt erop dat de rivier nu wat getemd is en wel door een zomerdijk waar ik nu op loop. Zo beetje eens in de vijf jaar schijnt dit gebied onder water te staan en is dan niet beloopbaar. De naam dankt dit gebied aan het nu helaas verdwenen kasteel Rosande.
Het eerst werd het huis vermeld toen Gosewijn van Rijsande de eigenaar was. Het kasteel was vaak middelpunt van strijd,vernield maar werd altijd toch weer opgebouwd. Het lijkt wel een soort werkverschaffing. Denk je net klaar te zijn komt er weer zo’n jaloerse ridder die denkt, mooi huisje dat moet ik maar eens gaan veroveren. Dat veroveren was niet zo makkelijk dus weer een hoop ellende en maar weer opnieuw beginnen met herbouwen. Een tijdje gaat het goed maar dan in 1515 brandt het af. Nu moet het helemaal vanaf de fundering opgebouwd worden. Ook in die tijd gebeurde het al, meneer en mevrouw vonden het kasteel niet meer comfortabel en wat moet je anders met je geld doen? In 1538 werd het gewoon afgebroken en weer modern opgebouwd.
Zo gaat het een tijdje goed maar in 1772 werd het kasteel door Franse troepen verwoest, toen was men het zat, het gebouw werd gesloopt en is nooit meer opgebouwd.
Er lopen hier ook nog twee rood/witte routes en een klompenpad doorheen.
Zo zie je maar weer, nog geen twintig km van mijn huis vandaan zo’n mooi plekje dat ik niet kende. Nooit te oud om…………
Warme groet en een glimlach en tot het volgende blog.
Het is bewolkt en dus is het grijs als ik naar buiten kijk. Tijd om eens wat op te ruimen. Er ligt nog een wat oudere maar wel top laptop die leeg gehaald moet worden. Een Windows update en dan kan hij door naar kleinzoon. Dat leeghalen schiet dus niet echt op. Ik kom natuurlijk van alles tegen. Foto’s van gebeurtenissen die ik allang vergeten ben en ik denk geregeld, o ja dat was toen. Het kost wat tijd zo’n opruiming maar het is zeker geen verloren tijd.
Ondertussen heb ik overleg met mijn lief. Wat zullen we eten, iedere dag weer een vraag die opkomt. Dat is niet iets van deze tijd dat was vroeger ook zo. Heeeeel lang geleden was er een radioprogramma, het heette “moeders wil is wet” of zoals kinderen vaak zeiden, “moeders bil in bed”. Daarin zat de rubriek, wat zullen we eten vandaag. De ouderen onder ons zullen het nog wel kennen. Dan vertelde de groenteman wat er die dag gegeten kon worden.
Nu zat ik net op dat moment een oud blogje te lezen dat over Hongarije ging. We waren in het stadje Eger. Het is een stadje met zeker 200 bodega’s. Op een plein omringd door wijnhuizen staan overal grote vuurplaatsen met tripots. Eromheen jonge mensen die gezellig wat zitten te drinken en met elkaar in grote gietijzeren pannen goulash aan het maken zijn. Bij een van de vuren krijgen we een bordje aangeboden met deze goulash. Zo, dat is echt super lekker. Het is heel eenvoudig te maken en dat ga ik vandaag ook doen.
Hier het recept, alleen niet klaar gemaakt op het open vuur maar in de pressure(hoge druk) pan.
* 500 gram rundvlees
* 1 puntpaprika
* 1 grote ui
* 1 winterwortel
* 2 aardappelen
* 2 grote tenen knoflook
* 4 roma tomaten
* 2 theelepels paprikapoeder
* een derde tube goulash pasta
Snijd het vlees in grote stukken, Maak de groenten schoon en snijd deze in grove stukken. Bak het vlees aan en doe de gesneden groenten, paprikapoeder en de wijn erbij. Onder druk brengen en 45 minuten op lage warmtebron laten staan. Heb je geen pressurepan, gebruik dan een braadpan en laat alles 2 uur sudderen.
Nu met het oog op de hoge energie prijzen doe ik het iets anders. Ik laat de pan maar 15 minuten op de lage warmtebron staan, open de pan en giet de inhoud over in een gietijzeren pan. Deze zet ik een uurtje of vier onder een soort grote theemuts die mijn lief heeft gemaakt. Het vlees gaart goed door. Een soort slowcooking eigenlijk. Heb je niet zo’n muts dan kun je de pan ook inpakken in een theedoek en onder je dekbed plaatsen.
Het geheim van dit recept is eigenlijk wel de speciale pasta ik die er als laatste ingrediënt in doe. Gulyáskrém. Hij is er in een milde en een pittige variant. Ik kies meestal de pittige. Er zullen vast wel winkels zijn waar het te koop is maar ik bestel het bij de Smaak van Hongarije, een webshop. (Deze vermelding is niet gesponsord). Wil je een kijkje nemen op deze smaak van Hongarije webshop, tit dan op de tube.
Het is 17° en windkracht 5 en het mottert. Dan ben je wel verplicht om het kustpad te gaan lopen. We nemen iedere dag een duik in de zee maar vandaag maar even niet. Hoge golven. Het is trouwens wel heerlijk, zwemmen in zee. Deze zee is ook niet zo zout. Het water wordt wel iedere dag kouder.
Iedere morgen zie je vooral zilveruitjes die gekleed in een ochtendjas of speciale handdoek jurk naar het strand lopen de steiger op. De ochtendjas of badjurk gaat uit, trapje af en het koude water in. Wij doen lekker mee. Het is wel elke dag, vinden we dit nu prettig? We moeten ons er echt toe zetten maar het is toch lekkerrrrr. De mok koffie met een plakje nog uit Nederland meegebrachte gemberkoek smaakt dan extra lekker.
Later op de dag komen de jongeren vooral met kleine kinderen om te zwemmen en van het strand te genieten.
Maar vandaag dus niet. Vandaag gaan we het kustpad lopen.
De route begint direct bij de camping. Het eerste stuk gaat over een verhard kronkelig weggetje de hoogte in. Omkijkend heb ik een mooi zicht op Sandvig en op de steiger waarvandaan we de zee in gaan. Het is niet heen en weer, heen en weer zoals het mooie lied over de veerman van Drs. P maar op en neer en op en neer, een stuk naar boven en dan weer naar beneden. Na zo’n twaalfhonderd meter staat daar dan een vuurtoren en hier gaat het verharde pad over in een pad van zand en keien.
Een stukje voorbij de vuurtoren staat nog een middeleeuwse kapelruïne. Het is de Salomonskapel. Hij ligt aan de voet van een 50 meter hoog rotsplateau. De kapel diende als godshuis voor de toen nog vele handelaren en vissers. Van eind augustus tot begin oktober was er toen een haringmarkt. Iets verderop was een haventje waar alle schepen aanmeerden. In die tijd was er ook nog een bron. Deze werd als heilig beschouwd en veel pelgrims kwamen daar naartoe om het water te drinken, wat te bidden en om genezen te worden. Na 1536, de reformatie was het over met de pret. De bron en kerkje werden niet meer gebruikt. Jammer na zo’n driehonderd jaar.
We lopen verder en klimmen over grote stukken steen en genieten van de prachtige omgeving. Er staan zelfs wat appel en perenbomen. Groepen bomen die door de aanhoudende wind met hun kruin de kant van het land opkijken. We krijgen zicht op het beroemde Hammershus Castle. Gebouwd van Bornholmsgraniet. Het schijnt de grootste kasteel ruïne van Europa te zijn. Ik ben er nog niet geweest maar zie het nu op afstand liggen. Misschien moet ik er toch nog eens een kijkje nemen. Uiteindelijk komen we bij een haventje en doen ons tegoed aan voor mijn lief thee en voor mij een cortado en beiden met een heerlijk stuk notentaart. Je zal het maar verdiend hebben.
Met een wat vol gevoel na de notentaart lopen we verder over het kustpad dat hier de kust verlaat. We lopen door een bos en komen uit bij een meer. Aan de linkerkant omgeven door een massief en de andere kant door bos. Vanaf het massief zijn kabels naar beneden getrokken. Het is de bedoeling dat je vanaf het massief aan een katrol naar beneden rolt en dan bijna beneden in het water stuitert. Ik heb zo’n vermoeden dat ik dat niet ga doen. Het vermoeden verandert in een zekerheid, dit ga ik niet proberen. Voor mij als toeschouwer is het wel een spectaculair gezicht hoe de een na de ander naar beneden komt. Het is de bedoeling dat je de benen gestrekt vooruit houdt, dan kom je alleen met je billen op het water. Doe je dit niet dan stuiter je alle kanten op. Je kunt het zien in het onderstaand filmpje. De jongen valt plat een paar keer op het water, zijn rug en armen zijn vuurrood maar als ik vraag hoe het gaat antwoord hij, o goed hoor, niets aan de hand en vertrekt weer naar boven om het nog een keer te doen.
Het begint weer eens te regenen. Capuchon op. Het is net als met de was ophangen, doe je dat dan begint het te regenen. Capuchon op en het wordt weer droog. We lopen verder langs het meer en na bijna 7km zijn we weer bij Sprintertje. Hij heeft een heerlijk koel Bornholms biertje voor ons koud staan.
De wind blaast door de spleten van mijn fietshelm. Op de Trotter fiets ik door het glooiende land. Veel landbouw hier, het heeft wel wat weg van Texel. De akkers staan vol met een prachtig geel gewas. Het lijkt wel een soort vlas maar ik ben er nog niet achter wat het precies is. We stoppen om er een foto van te maken maar door een slootje ervoor kunnen wij er moeilijk bijkomen. Er zijn ook geen mensen in de buurt om het te vragen, het is hier wat dat betreft een stuk stiller dan in ons drukke landje.
We zijn op weg naar een kerk. De mensen op Bornholm zijn overwegend protestants maar deze kerk heeft toch een duidelijke katholieke naam. Hij heet de church of St James oftewel de kerk van de apostel Jacobus of in het Spaans Santiago. Zou er hier vandaan ook een camino de Santiago lopen. In Sassnitz zag ik wel het bekende Santiago teken. We gaan het onderzoeken.
We fietsen een heuvel over en zien in de verte een paar witte huisjes met daar ergens in het midden een wit kerkje. Dat moet hem zijn. De kerk is ommuurd en afgesloten met rode hekjes. Achter het hek bevindt zich een keurig onderhouden kerkhof. Nergens een Santiago teken te bekennen.
Het hek gaat piepend open. We gaan naar binnen en lopen door het diepe grind naar de ingang van de kerk. De geesten in hun graven horen je in ieder geval aankomen. Het is geen middernacht bij volle maan dus we hebben niets te vrezen.
De kerkdeur is niet op slot. We gaan naar binnen. Dit is geen katholieke kerk. Het is duidelijk een protestantse. Geen franjes, goud en een kruisweg maar kaal en sober. Aan de borden met daarop de namen van de gewezen dominees is te zien dat het al heel lang geen katholieke kerk meer is. Het enige dat herinnert aan de apostel Jacobus is een afbeelding van een Jacobsschelp op een houten wandschildering.
Ik was eigenlijk wel nieuwsgierig naar wanneer de ommekeer is gekomen.
In de 10e en 11e eeuw werden steeds meer Deense leiders christen, vaak omdat dat politiek beter uitkwam. Ook huwelijken van Vikingen in Engeland en Normandië met christelijke vrouwen maakten dat de nieuwe religie in Denemarken meer en meer ingang vond. Onder koning Kanoet IV (bijgenaamd Knoet de heilige) was het land al grotendeels Rooms.
Het langst hield het heidendom op het Deense eiland Bornholm stand maar op een gegeven moment konden zij er ook niet meer onderuit. Eind twaalfde eeuw werd de Jacobskerk gebouwd en bleef Rooms tot Denemarken Luthers werd.
De Roomse macht duurde voort tot het jaar 1536, waarna het Roomse rijk in Denemarken zo’n knak kreeg dat het tot 1953 duurde voordat er weer een Roomse bisschop kwam.
Wat ik ook weet is dat er er gigantisch veel mensen vermoord zijn alleen omdat ze niet tot het “juiste” geloof behoorden.
22 juni heb ik voor het laatst een blog gepost. Even totaal geen inspiratie en vooral geen zin terwijl er toch genoeg te beleven was om over te schrijven.
Voorbeeld, de drie weken op een van de mooiste plekjes van Nederland, camping De Rimboe in Lunteren. Je waant je echt in een rimboe. De weg er naartoe is onverhard en vanaf de camping ben je direct in een natura 2000 gebied. Het middelpunt van Nederland en het prachtige Wekeromse zand.
Een dagje met kleinzoon van 4 jaar naar Ouwehands dierenpark. Voor hem de eerste keer en dat is dan wel behoorlijk spannend. Maar wat een héérlijke om nooit te vergeten dag.
De aanleg naast mijn huis van een nieuw station. Drie weken wordt er 24/7 aan gewerkt. Drie weken geen rijdende treinen maar het gemis aan treingeluiden wordt ruimschoots goed gemaakt door de herrie van de bouwwerkzaamheden.
Maar niets van dit alles kon mij er toe zetten er een blog over te schrijven. Het heeft misschien te maken met die nog steeds pijnlijke knie, weinig tot niets gelopen en dat is voor mij echt niet goed. De voeten willen bewegen. Morgen gaan we, mijn lief en ik naar een voor ons nog onbekend eiland, Bornholm. Het is een van de grootste eilanden van Denemarken en heeft de meeste zonuren van het land al zit ik daar nu even niet op te wachten. Het is iets groter dan Texel en ligt ten zuiden van Zweden op zo’n 200 km van Kopenhagen. Wij varen vanaf het eiland Rügen naar Bornholm. Zoals je waarschijnlijk wel zal begrijpen gaat het volgende blog en vlog over dit eiland.
Warme groet en een glimlach.