Iedere dag ontvang ik een tip om over te schrijven vandaag: Beschrijf het meest ambitieuze doe-het-zelfproject waar je ooit aan bent begonnen.
Nu ben ik van huis uit geen doe- het- zelver. Ik kan mij niet herinneren dat mijn vader ooit een hamer of verfkwast in zijn hand had. We woonden altijd in een bedrijfswoning en een maal per jaar gaf mijn vader door wat er aan onderhoud gedaan moest worden. Daar kwam dan altijd iemand voor. Maar goed ik ging trouwen en we kochten een woonboot. Goed onderhouden er hoefde niets aan gedaan te worden. Na twee jaar vertrokken we van Haarlem naar Ede. We gingen boven de zaak wonen en warempel ik ging schilderen en een toen voor die tijd, 1974, ruw gestucte wand maken. Dat was helemaal in, beetje bistro stijl. Biezen matten op de vloer. Lekker makkelijk, al het stof ging er zo doorheen.
Op een keer gingen we bij schoonmama op bezoek in Haarlem en bleven daar ook slapen. Harry kun jij misschien een kastje ophangen in de keuken? Moet geen probleem zijn, doe ik even. Pluggen, schroeven en waterpas bij de hand. Lekker wandje, de boor ging er doorheen of het een pakje boter was. Iets te diep geboord maar de pluggen gingen er makkelijk in en die zetten natuurlijk uit als je de schroef erin draait. Dit voor mijn toch wel ambitieuse project liep voorspoedig. Binnen een uurtje hing het kastje keurig waterpas en schoonmama helemaal in de wolken. Ze ging hem direct inruimen. Het was een kastje met twee planken erin dus drie verdiepingen. Allemaal mooi servies en wat glazen en zelfs nog wat ruimte over. Ik was best wel een beetje trots. Na een gezellige avond lagen we al vroeg boven in bed.
Ik was in diepe slaap toen ik een oorverdovend lawaai hoorde. Het leek wel of het hele huis instortte. Bed uit en naar beneden. Op de grond van de keuken lag het mooie kastje. Het deurtje lag ernaast en de grond was bezaaid met prachtige gebloemde scherven. Dat waren de resten van het eens zo mooie Franse servies. Mijn trots maakte plaats voor schaamte. Mijn schoonmama was in alle staten. Mijn opmerking, scherven brengen geluk viel ook niet in goede aarde. Het voordeel van dit alles is dat ik nooit meer gevraagd werd om iets van een klusje in haar huis te doen.
Ik hou mij toch maar liever bij het koken en bakken.
Het is altijd weer moeilijk afscheid te nemen van het “overwinterleven”. Voor mij bestaat dat leven zeker als ik niet rondtrek maar voor langere tijd op een vaste plek verblijf uit, niet te vroeg wakker worden. Beginnen met thee en een beschuitje. O wat hoor ik? Een claxon? Dat moet de bakker zijn. Lekker knapperig stokbrood, je kent het wel. Na een paar weken ligt je gehemelte open maar heerlijk en dat voor 90 cent. Uitgebreid de digitale krant lezen, kopje koffie het liefst met een plak(je) gemberkoek. Ook hier verkrijgbaar. Ik probeer wat oefeningen te doen, Scheren, douchen en zo is het al snel 12 uur.
Tijd om te ontbijten. Tijd voor yoghurt met muesli of het stokbrood. Stukje lopen zo tussen de 4 en 8 km. Boodschappen doen. Als het weer het even toelaat en dat doet het vaak, gezellig keuvelen met mede overwinteraars. Weer eten, als de WiFi het doet het journaal kijken. Foto uitzoeken voor instagram, wat schrijven en lezen. Weer een dag voorbij, wat gaat de tijd snel.
Maar nu afscheid nemen van al die lieve mensen hier en weer on the road. Zeven dagen om in Ede te komen. Eerst nog kijken of we nog wat bloeiende amandelbomen kunnen scoren.
We nemen niet de kortste weg naar huis maar gaan nog even door een gebied waar veel amandelbomen staan. Deze moeten in deze tijd van het jaar volop in bloei staan. Het weer is niet om over naar huis te schrijven maar ik doe het toch. Het is bewolkt en behoorlijk koud. Door die kou van de afgelopen weken staan de bomen bijna nog niet in bloei. De weg door de bergen is altijd mooi het is alleen even oppassen voor de vele wielrenners die hier trainen.
Vandaag niet veel bloesem gezien en we vinden een slaapplaats naast een bodega in La Font de la Figuera. We zagen deze plaats op een verkeersbord staan en ik dacht direct met zo’n naam moet het toch wel een mooi plaatsje zijn. Waar woon je? In La Font de la Figuera, dat klinkt toch heel anders dan ik woon in Ede. Maar dat laatste heeft weer als voordeel bij het invullen van formulieren. De ruimte op zo’n formulier is waarschijnlijk te klein voor La Font…………..
Het plaatsje heeft maar 2109 inwoners maar wel een hele grote wijn coöperatie. Wat ook opvalt hier in Spanje dat hoe klein zo’n gemeenschap ook is er altijd wel voldoende sport accommodaties zijn. Hier ook weer, een grote sporthal, groot open zwembad, padelbanen en voetbalveld. Als je dus een plaatsje zoekt waar je in je camper kunt overnachten is het meestal wel te vinden bij zo’n sport accommodatie. Wat dit plaatsje voor mij iets extra’s geeft is dat de Camino de Levante er doorheen loopt en er zelfs een kleine albergue is. De Levante begint in Valencia en gaat in Zamora over in de Via de la Plata.
Natuurlijk is er een kerk. Gebouwd in 1516. In verval geraakt en gerestaureerd. In heel goede staat is de openbare wasplaats, de Font. Het is een rustige plaats om te overnachten.
Ja hoor daar zijn ze dan de bloeiende amandelbomen. Het heeft even geduurd maar eindelijk kunnen we ze bewonderen.
Ieder jaar als we naar en van de kust gaan en komen zien we onderweg een afslag naar Teruel. Het komt er alleen niet van om die afslag te nemen en er eens een kijkje te gaan nemen. Deze keer wel. We rijden de stad in en vinden direct een parkeerplek. Eigenlijk niet echt vinden want deze plek staat op de app park4night. Hij ligt dicht bij het station en precies onder de oude bovenstad. Het is een nogal rommelig terrein met veel campervans. De meeste zijn zelfbouw busjes en het valt mij op dat er geen kant en klare campers staan. Voor ons is een nachtje hier goed te doen zeker om dat we speciaal voor de stad komen.
We lopen de prachtige trap, puf puf, op en staan direct in de oude stad. We treffen het, vanavond begint hier een feest. Ooit leefden hier twee verliefden. Juan Diego Martinez de Marcilla en Isabel de Segura. Diego had geen fortuin om met de rijke Isabelle te trouwen dus ging hij op reis om zo te proberen de broodnodige peseta’s bij elkaar te sprokkelen. Hij kreeg het voor elkaar en zes jaar later keerde hij vol blijde verwachting terug. Zes jaar is wel lang en daar wilde de familie van Isabelle niet op wachten. Ze was uitgehuwelijkt. Diego hoorde dit verschrikkelijke nieuws en overleed ter plekke aan één gebroken hart. Niet veel later ging ook Isabelle. Zij zag het levenloze lichaam van haar geliefde en ook haar hart begaf het. Ze hadden in die tijd ook nog geen AED’s om te reanimeren dat betekende dus einde verhaal. In het Mausoleo de los Amantes liggen de twee lichamen en twee liggende beelden die elkaars handen voor altijd vast houden.
Ieder jaar zo rond Valentijnsdag wordt dit herdacht met een middeleeuwse markt en men zegt zelfs dat dit dan de meest romantische plaats van Spanje is. Het liefdes verhaal wordt nagespeeld door acteurs en in de stad is het een groot romantisch feest. s’Avonds om negen uur begon dat toneelstuk in de openlucht. De acteurs schreeuwden natuurlijk in het Spaans. Heel rap en keihard. Na een paar minuten zijn we ergens anders heen gegaan, even een kopje thee drinken in oosterse sferen. De stad was mooi aangekleed en alle kooplui liepen in traditionele kleding. Het echte feest met de grote eetfestijnen begint pas morgen en dan zijn we alweer on the road.
Teruel is echt een bezoek waard. Nu door het feest een beetje moeilijk te zien maar het heeft prachtige gebouwen in de Mudéjar bouwstijl. Het ligt aan de rivier de Turia en wordt door ravijnen omgeven van de Siërra Albarracin en de siërra de Gudar. Vanaf de achtste eeuw lange tijd onder Moors bewind en dat is nog duidelijk te merken. de laatste Moorse moskee werd gesloten in 1502. In de burgeroorlog is de stad behoorlijk verwoest. Gelukkig zijn er vier Mudégar torens ongeschonden gebleven. Deze zijn trouwens UNESCO werelderfgoed. Het zit er dik in dat we hier nog een keer terug komen.
Na deze stad vervolgen we onze weg weer richting het Noorden. Daarover een volgende keer. Warme groet en een glimlach.
Plaats om te overnachten in de camper. adres: avinguda 9 d’octobre, la Font de la Figuera. Coördinaten N38°48’31.6”. W0°52’59.9”
Park4night nummer #123339. 5 carretera Villaspesa. Dag en nacht parkeren. Gratis geen voorzieningen.
Het winkelkarretje voor mij uitduwend wordt het pad geblokkeerd door een keurige vrouw van middelbare leeftijd. Op het eerste gezicht lijkt het dat ze probeert te ontcijferen wat er op de verpakking staat. Binnenin de verpakking zie ik vier roze koeken. Het is dan wel Spanje maar zo op het eerste gezicht lijkt mij dit een Nederlandse of Belgische vrouw. Ik wacht even geduldig tot ze opzij gaat maar ze merkt mij niet op en blijft gewoon door staren op de verpakking. Pardon, mag ik er even langs? Verschrikt kijkt ze opzij en doet zonder een woord te zeggen een stapje naar voren. Zo ik ben erlangs en kan door met het uit de vakken halen wat er op mijn lijstje staat. Daar staan alleen dingen op die ik echt niet moet vergeten. Koffie, boter en nog een paar dingen. Gisteren het laatste stuk van mijn favoriete chocolade opgegeten. Tony’s Chocolonely donkere melk. Heerlijk. In het kader van teveel calorie inname had ik mij voorgenomen om die maar eens een tijdje niet te kopen. Op mijn weg naar de koffie loop ik langs het Tony’s vak en voor ik er erg in heb ligt er al een plak in mijn karretje. Ik hoef in iedere geval niet op de verpakking te kijken. Ik weet zo ook wel dat het veel te veel calorieën voor mij zijn. Maar ja ik heb hem al met mijn handen aangeraakt dus terug leggen is ook geen optie. Dan toch maar ermee naar de kassa.
Op weg naar de kassa kom ik weer door het pad van de koeken en krijg nou wat, die vrouw staat er nog. Het pakje met roze koeken in haar hand. Zou zij ook met zichzelf afgesproken hebben om wat te minderen met verkeerde calorieën? Neemt ze ze wel of niet. Ik heb het niet afgewacht.
Onderweg van de winkel naar mijn mobiele huisje kon ik de roze koeken niet uit mijn gedachte krijgen. Vroeger vond ik ze ook lekker. Waar komen ze eigenlijk vandaan?
In Amsterdam worden ze Mussolientjes genoemd. Ja inderdaad naar de dictator Mussolini. De koeken werden hier geïntroduceerd door de Italiaanse ijsbereiders die hier naartoe kwamen. Men denkt dat ze ergens begin 1900 bedacht zijn. Andere namen voor de koeken zijn, fondant cake of glacékoek maar rozekoek bekt lekkerder. Voor de roze fondant wordt natuurlijk een kleurstof gebruikt. Meestal cochennille. Dit wordt gemaakt van de conchenilleluis. Dit is een luis die op Tuna cactussen leeft. Lust je ze nog? Er wordt ook weleens rode bieten sap gebruikt maar meestal weer in combinatie met een synthetische azokleurstof.
Ik vermoed dat de vrouw in de winkel dit allemaal wist en aan het uitzoeken was welke kleurstof er nu eigenlijk gebruikt werd.
Trek gekregen in een roze koek? Ik ga toch liever voor de zwarte bessen walnoot cake. Onder de knop vind je het recept.
Harry opschieten. We gaan wandelen. Ik heb geen zin. Niet zeuren we gaan even naar de Hertenkamp.
Heel lang geleden speelde dit zich af. We woonden in Haarlem en mijn herinnering is dat we, als Blauw-Wit niet thuis speelde, in het Olympisch Stadion in Amsterdam we op zondagmiddag altijd “moesten” wandelen. Als B-W wel thuis speelde gingen we naar Amsterdam met de tram die toen nog tussen Haarlem en Amsterdam reed. Mijn moeder en twee zusjes naar Oma en ik met mijn vader naar het stadion. Toen was ik al geen voetbal liefhebber en had geen geduld om zo’n hele wedstrijd uit te zitten. Een beetje teleurstellend voor mijn vader die zelf jaren keeper bij Blauw-Wit is geweest. Niet in het eerste maar toch. De andere zondag was het dus wandelen geblazen.
Wij woonden in het laatste huis van de Grote Houtstraat, woon je niet in Haarlem dan ken je die straat vast en zeker van het Monopolie spel. We liepen over de brug van de Singel en via het Houtplein naar de Dreef. Hier begon het echte werk. De Dreef klinkt heel stijlvol en dat is hij ook. Geen trottoir met tegels maar een breed pad met een soort leem en steentjes. Aan deze dreef ligt ook het paleis waar de broer van Napoleon woonde. Nu in gebruik als provinciehuis. Daar liepen we dan voorbij. Het tempo werd aangegeven door mijn vader. Hij was 1,82 en liep met grote passen. Mijn moeder deed haar best om hem bij te benen maar zij was niet groter dan 1,50 en moest er dus flink aan trekken. Mijn twee zussen en ik renden er achteraan. Ik was een jaar of zes en was toen en nog steeds niet een van de grootste. Het was dan ook topsport. Pap, ik kan niet meer. Kom op jongen, we zijn bijna bij de Hertenkamp. Zo kwamen we uiteindelijk na nog geen anderhalve km maar het leken er wel tien, bij een houten hek waar achter herten en wat lama’s liepen. Het hek helde wat voorover en iets van af de onderkant zat een dwarsplankje waarop ik kon staan. Op die manier kon ik stukjes brood aan de herten geven. Dat was wel iets dat de gigantische looptocht dan weer goed maakte. Als al het brood was uitgedeeld liepen we weer de zelfde weg terug. Ik bleef steeds meer achter en mijn moeder probeerde mij toch over te halen om iets meer door te lopen. Ik wist het toen zeker, later als ik groot ben ga ik nooit wandelen. Toen ik acht was verhuisden we naar Haarlem-Noord. Hier was de Haarlemmerhout niet om de hoek. Hier woonden we aan een drukke weg. Het wandelprobleem was hier mee opgelost.
Ik heb het jaren vol kunnen houden, niet wandelen. alles op de fiets en zodra ik zestien was een brommer en zelfs net achttien een stokoude eend. Toen moest ik plotseling in militaire dienst. Dat worden dus veel marsen. Ook dat viel achteraf behoorlijk mee. Men had besloten dat ik kok moest worden. Ik was kapper en kok begint ook met een K dus dat moet de gedachte erachter wel geweest zijn. Ik vond het trouwens geen slechte keuze, je kan het slechter treffen. Tijdens die koksopleiding gingen we een keer op bivak in de buurt van Katwijk. Leren buiten op open vuur koken en we moesten ook een keer een mars lopen. De sergeant die normaal kookles gaf ging dat leiden. Na misschien 500 honderd meter liepen we een bocht om en eenmaal uit het zicht van de tijdelijke nederzetting kregen wij het bevel, rugzak af en zitten. Het was mooi weer. De sergeant riep, ik vind het wel goed zo, we blijven hier een uurtje en gaan dan weer terug. Dat was het dan. Een mars van een km. Toen ik eenmaal kok was hoefde ik al helemaal niet meer te lopen.
Zo’n zestien jaar geleden kon ik door grote zorgen slecht slapen. Om mijn hoofd wat leeg te maken liep ik al om vijf uur in de morgen op de hei. Lopen, lopen. De afstanden werden steeds groter. Even een rondje Ede- Otterlo. Wat was dit fijn, wat heb ik al die jaren gemist. Een paar dagen achter elkaar lopen, het Krijtlandpad in Limburg b.v. Nog iets verder was De camino naar Santiago de Compostela. Drie maanden onderweg en aangekomen in SdC zei ik, nooit meer. Twee dagen later begon ik al plannen te maken voor de volgende camino en er volgden de jaren erna dan ook nog een paar lange tochten. Ik moest iedere dag lopen, verslaafd heet dat. Hoe is het toch mogelijk dat ik, die echt niet van wandelen hield, zo de andere kant op kon gaan. Nu geldt, een dag niet gelopen is een dag niet geleefd.
Wandelen heeft veel voordelen:
Dit zijn maar een paar voordelen maar er zijn er nog veel meer. Wat ik ook een voordeel vind is dat als je het goed doet het niet zo blessure gevoelig is. Je moet natuurlijk geen artrose in je knieën krijgen. Dit zijn allemaal voordelen maar eigenlijk vind ik het gewoon lekker.
Als ik nu loop moet ik toch vaak aan mijn vader denken. Door zijn snelle loopstijl die ik bij probeerde bij te houden heb ik nu ook nog steeds een flink tempo. Als hij nu zou weten dat ik zo graag loop zou hij het mij vast ook wel vergeven dat ik nog steeds geen liefhebber van voetbal ben.
Warme groet en een glimlach.
Het kan natuurlijk niet uitblijven. Na het succes van de Caminito del Rey zijn er wel meer gemeentes in Spanje die een toeristische attractie wel kunnen gebruiken.
De Caminito del Rey oftewel de koningsroute. Het dankt zijn naam aan de koning die in 1921 een bezoekje kwam brengen. er moest wel eerst een speciaal stationnetje voor hem aangelegd worden. Maar hij deed het toch maar. Hij liep op een wankel paadje op meer dan 100 meter boven de kloof. Vanaf die tijd heet het dus Het Koningspad. In februari 2018 liepen we dit pad en heb er toen ook een blogje over gemaakt.
Zoals ik al schreef, er zijn meer gemeentes die wel zo’n koningspad willen. Er lopen alleen geen koningen overheen maar dat kan de pret niet drukken. de gemeente Relleu in de provincie Alicante heeft nu een eigen pad. Er was een geschikte plek in de kloof bij het stuwmeer, de Pantani de Relleu. Het pad heet officieel “Parasela de la Presa de Relleu. Een 212 meter lang houten pad en dit is bevestigd aan de rotswand. In februari 2022 ging het open voor publiek. Na de Caminito del Rey wil ik dit pad ook wel eens proberen. Je kunt er niet zomaar even heen met de camper maar moet eerst een lekker stukje lopen.
Wij parkeren Sprintertje iets voorbij het gemeentehuis van Relleu en beginnen aan de wandeling. Die begint op 443 meter en we dalen af naar 284 meter. We lopen over oude ezelspaadjes parallel aan de rivier de Amadòrio. Tenminste dat was toen, nu is de rivier droog. Het paadje is er een met veel scherpe ongelijke stenen. Ik zou persoonlijk dit niet op teenslippers lopen. Stevige stappers zijn wel aanbevolen.
Ik vind het heel indrukwekkend hier te lopen beseffend dat dit gebied al zo’n vier eeuwen voor de Romeinse tijd bewoond was. Hier dicht bij de stad bevond zich een Iberische nederzetting. Natuurlijk is de plek in de loop der tijd geplunderd maar er zijn nog steeds muren van ruim een halve meter dik overgebleven. Wat een hard leven moet dat zijn geweest. Maar goed na veel geklauter komen we bij het punt waar de loopbrug begint. er staat een houten huisje en daar kunnen wij een kaartje kopen. We betalen als pensionado’s het enorme bedrag van 1,50 euro p.p.
Het eerste stukje vanaf het houten huisje is een beetje lastig maar dan sta je op een plateau waar je een mooi zicht heb op het stuwmeer. Nou ja stuwmeer? Dat was eens, nu is het een kale droge vlakte. We lopen het houtenpad op dat aan de wand is bevestigd. als leuning een stalen draad die al een beetje slap wordt. We komen een Belgisch paar tegen en de man zegt, je moet geen dieptevrees hebben. Dieptevrees? Wij zeggen hoogtevrees. Op het einde van het pad is een glazen plateau waar je met max 4 personen op mag staan. Wij zijn met z’n tweeën dus geen probleem. Door het glas heen kun je mooi de diepte inkijken. We lopen weer terug, dit was het dan. Leuk, aardig maar niet spectaculair.
Na dit avontuur lopen we via een andere route terug naar Relleu. Totaal iets meer dan 10 kilometer. Een leuke wandeling en een mooie attractie. Als je na een hele steile klim boven in het dorp aankomt is er op de hoek een terras. Het biertje ging er in als bier.
Even iets anders. Weet jij dat ik het best leuk vind als je lid wordt van mijn YouTube kanaal? even een klikje op de knop en het wijst zich vanzelf.
Ieder jaar als ik aan de Costa Blanca aan het overwinteren ben staan er wel een of meerdere bezoeken aan La Vila Joiosa in mijn agenda gepland. Nou ja, bij wijze van spreken dan want een agenda heb ik hier niet echt nodig. Gewoon per dag kijken wat te doen. De betekenis van La Villajoyosa is of “de vrolijke stad” of “de met juwelen bezette stad” het klopt allebei.
Het is al een heel oud stadje. Het bestond al in de tijd van de Romeinen en heette toen, Alonis. Maar de legionairs werden verdreven door koning Jaime de eerste en werd een christelijk dorp en kreeg de naam Villajoyosa. Aan deze kust wemelde het in de zeventiende eeuw van de barbarijse zeerovers en Villajoyosa had een belangrijk aandeel in de verdediging van de kustlijn. Aan het einde van die eeuw was het spel der zeerovers uitgespeeld en kon het dorp eindelijk groeien.
Als je op de huidige boulevard loopt vallen de vrolijk gekleurde huizen het meest op. Dit is altijd zo geweest. Op deze manier konden de vissers van heel ver hun eigen huis herkennen. Het was dan ook een echt vissersdorp. Nu zijn er nog maar enkele vissers. Bijna iedere dag zo rond 17:00 uur komen de vissersboten de haven in en worden de verschillende soorten vis geveild. Leuk om te zien. La Vila Joiosa is na koning Jaime de eerste nu overgenomen door de toeristen. Het heeft nog wel een meer liefelijke uitstraling dan de buren, Benidorm. Niet alleen de kuststrook is interessant maar ook andere delen van het dorp zijn de moeite van een bezoek waard.
Na Benidorm en Cala de Finestrat zie je links hoogbouw van Parque de Torres’ hier is ook een grote camperplaats pal aan het strand. Maar ik rij nog even door over de N 337a, deze loopt dwars door het stadje heen. De huizen en winkels zien er wat grauw uit. Wat die ik hier dan. De verrassing is links van de weg. Hier loopt het stijl naar beneden en kom je uit op de boulevard met de palmbomen en vrolijk gekleurde huizen. Aan het einde van de boulevard op de hoek van een droge Rio de Amadério heb ik een paar keer vrij gestaan om te overnachten. Helaas mag je nu nergens meer hier aan de kust vrij staan maar 100 meter van de kust gewoon in een brede straat kan en mag dat wel.
Langs de kleurrijke boulevard zijn natuurlijk genoeg eethuisjes en terrassen. Je hebt een schitterend zicht op het strand met palmbomen en de kleine vissersbootjes. Aan het eind van de boulevard slaan wij rechts af en struinen kriskras door de smalle straatjes. Heel veel huizen zijn al mooi gerestaureerd maar er zitten ook wel krotten tussen. Het zijn meer steegjes maar de bewoners vinden altijd nog plek voor potten met planten voor de deur.
Rechts van de doorgaande weg ligt het oude centrum. Hier zijn veel winkels en vooral juweliers zijn sterk vertegenwoordigd. In dit oude centrum staan nog steeds muren uit de Renaissance tijd. Natuurlijk heeft zoals ieder stadje hier in Spanje een mooie kerk. Hier is dat de gotische kerk l’Assumpció.
Als je in Spanje chocolade wil kopen kom je al snel uit bij het merk Valor. De supermercado’s liggen er vol van. Deze chocolade komt dus uit dit dorp. Wil je er meer van weten dan is er het Valor chocolademuseum.
Het Valor Chocolademuseum, opgericht in 1998, werd in 2008 door de Generalitat Valenciana erkend als het Valenciaanse Chocolademuseum.
In die tijd was het een kleine familiefabriek, waar je meer te weten kunt komen over het proces van het maken van chocolade en de hele geschiedenis van Chocolates Valor vanaf de geboorte tot nu, vijf generaties meester-chocolatiers.
Bovendien heeft het een van de beste collecties machines in de chocolade-industrie uit verschillende tijdperken, van de tijd dat cacao op steen werd gemalen tot heden. Rondleiding met Engels sprekende gids om 10 uur en 16:00 uur.
Aan de boulevard zijn veel eethuisjes met allerlei specialiteiten. Er zijn ook een paar Nederlandse en Belgische restaurantjes en terrassen. In onderstaande video het verhaal van een Belgisch eethuis.
Als je door een knieblessure even geen lange wandelingen kan maken hou je heel wat tijd over. Op mijn stoel naast de campervan in de zon kwam ik op mijn iPad weer eens het eBook(je) tegen dat ik heb geschreven over mijn looptocht van Nederland naar Santiago de Compostela. Bij het lezen hiervan krijg ik weer een gevoel van heimwee. Ik vind het wel leuk mijn ervaringen te delen en daarom hier twee links naar mijn verhaal. De eerste doolhofcode kun je scannen en dan opent er zich een PDF en als je klikt op de foto opent er zich een flipbook. Dat lijkt meer op een echt boek met bladzijden omslaan.
In het eBook beschrijf ik mijn camino. Een van de eerste dagen loopt het al bijna verkeerd af.
In Frankrijk mijn eigen route gevolgd en in Spanje vanaf Irun tot Oviedo de Camino del Norte en van Oviedo naar Santiago de Compostela de zware Camino Primitivo
Overwinteren is iets anders dan een roadtrip. Na de drie weken rond trekken zijn we weer aan het overwinteren. We zijn terug op camperplaats Orange Grove in Alfaz del Pi. Dat is niet zomaar, het heeft een reden. Wat is er namelijk aan de hand? Sprintertje is lek. Een week of zes geleden hebben we een nogal heftige bui te verduren gehad. Is wel eens lekker, vooral als je droog binnen kan zitten en de regen tikt tegen je camperraam. Maar plotseling tikte het niet alleen tegen het camperraam maar ook op het dashboard. Het tikte niet alleen, het stroomde naar binnen.
Sprintertje heeft de eerbiedwaardige leeftijd van 20 jaar en dan willen er nog weleens wat ongemakken voorbij komen. Rondom de voorruit begint zijn mooie groen/blauwe kleur bruin te worden. wordt ook weleens roest genoemd. Een paar jaar geleden was dat ook al aan de orde en toen is dat gerepareerd en gespoten bij een Nederlandse plaatwerker in Wijk bij Duurstede. Niet echt naar tevredenheid van Sprintertje want de roest is behoorlijk terug gekomen. Bovenaan de ruit zit nu zelfs een gaatje waar het water gretig gebruik van maakt om naar binnen te komen. Nu zit er in Albir een Nederlandse plaatwerkerij. Hier maak ik een afspraak voor reparatie. Het is begin december maar het kan pas in januari. Geen probleem. We gaan eerst drie weken trekken en dan komen we weer terug . 16 januari gaat Sprintertje onder het mes. De voorruit moet eruit en dan alles vrij maken van roest, anti roest primer erop en spuiten. Het enige is dat we niet weten hoelang het gaat duren. We huren voor een week een appartement net achter de boulevard van Albir. Kunnen we ook eens ervaren hoe dat bevalt om te overwinteren.
Zondag na 15:00 uur mogen we erin. Wat moet je allemaal meenemen voor die ene week. Het valt niet tegen. Het appartement ziet er keurig uit en de 50 vierkante meter is goed benut. Onze huiskamer thuis is heeft ook dezelfde afmeting, kun je zien wat je daar van kan maken.
Maandag om half negen sta ik bij de garage. Jerry is een man van daden. Hij gaat direct aan de slag. Hij rijdt sprintertje naar een gespecialiseerd glasbedrijf waar de voorruit eruit gehaald wordt. Als ik in de middag langs fiets zie ik dat er hard aan gewerkt wordt. Dinsdag eind van de ochtend fiets ik weer langs, de Lidl zit er naast, is Sprintertje nergens te bekennen. Hij zal toch al niet klaar zijn en naar de ruitenspecialist om de voorruit er weer in te plaatsen. Ja dus. Dinsdagmiddag is hij klaar. Weer mooi strak. De plastisch chirurg heeft goed werk geleverd. Alle bruine rimpels zijn verdwenen.
Wat nu. We kunnen niet al terug naar Orange Grove. Onze plek is tot zaterdag bezet. We moeten tot die tijd in het appartement blijven. Is dat erg? Voor het appartement niet. Alles is aanwezig, goede WiFi, twee tv’s met Netflix, heerlijke douche zelfs een wasmachine. Maar toch. Het voordeel van camperen is dat je bijna helemaal buiten leeft en hier zit je opgesloten. Er is een balkon maar er is zoveel herrie buiten dat dit niet prettig vertoeven is. We zijn het er al snel over eens, overwinteren in een appartement is niet ons ding.
Sprintertje staat nu wel voor het appartement en we gaan er deze week nog even wat mee op stap. Calpe is een plaatsje waar we op kijken als we op de boulevard lopen. Er zijn al veel hoge woontorens maar er wordt nog volop gebouwd. De oude binnenstad is nog wel de moeite waard om te bezoeken en verder kun je ook hier heerlijk langs de boulevard paraderen. Wij parkeren bij de Salinas. Het zoutmeer.Het is een plek om flamingo’s spotten. Enkele jaren geleden waren ze hier alleen in de winter maar de flamingo’s van tegenwoordig worden wat lui en blijven gewoon het hele jaar. Misschien wat vliegschaamte?
We gaan ook nog even een middagje op de fiets naar Benidorm.
Helemaal aan het einde, tenminste bij ons vandaan dan, daar staan twee gigantische woontorens. Deze zijn met elkaar verbonden door de “diamant”. In deze diamant zijn ook appartementen en op de bovenste verdieping een Skype wellnessruimte voor de bewoners, met een overloopzwembad , spa ruimte, fitness, massage ruimte en sauna. Dat is trouwens niet het enige zwembad. Beneden is er ook nog een van 800 vierkante meter met een strand eromheen. Nu kun je als bezoeker voor 6 euro met de lift naar boven dat is inclusief een drankje. Voor je hier iets koopt wil je toch wel zien hoe het uitzicht is. Dat gaan we dus doen. Bij de ingang worden we al tegen gehouden door een vriendelijke jongeman. We willen graag naar boven. O, sorry, dat kan de eerste twee maanden niet wegens reparaties. Nou dat is toch jammer. Je zal maar op de 45 verdieping zitten en de lift doet het niet.
Nu hadden we al besloten dat een appartement om te overwinteren niet voor ons is dus laten we het appartement dat hier te koop is voor 1.395.000 euro ook maar aan een ander.
Hier geen drankje dan maar op de lange boulevard van Benidorm. Heerlijk in de zon en kijken naar de parade van scootmobiels, zelfs een met aanhanger en vakantiegangers in alle maten en uitdossingen.
En nu weer terug in ons appartement op wielen, Sprintertje. Heerlijk. Tot een volgend keer. Warme groet en een glimlach,