Wandelen?

Harry opschieten. We gaan wandelen. Ik heb geen zin. Niet zeuren we gaan even naar de Hertenkamp.

Heel lang geleden speelde dit zich af. We woonden in Haarlem en mijn herinnering is dat we, als Blauw-Wit niet thuis speelde, in het Olympisch Stadion in Amsterdam we op zondagmiddag altijd “moesten” wandelen. Als B-W wel thuis speelde gingen we naar Amsterdam met de tram die toen nog tussen Haarlem en Amsterdam reed. Mijn moeder en twee zusjes naar Oma en ik met mijn vader naar het stadion. Toen was ik al geen voetbal liefhebber en had geen geduld om zo’n hele wedstrijd uit te zitten. Een beetje teleurstellend voor mijn vader die zelf jaren keeper bij Blauw-Wit is geweest. Niet in het eerste maar toch. De andere zondag was het dus wandelen geblazen.

Wij woonden in het laatste huis van de Grote Houtstraat, woon je niet in Haarlem dan ken je die straat vast en zeker van het Monopolie spel. We liepen over de brug van de Singel en via het Houtplein naar de Dreef. Hier begon het echte werk. De Dreef klinkt heel stijlvol en dat is hij ook. Geen trottoir met tegels maar een breed pad met een soort leem en steentjes. Aan deze dreef ligt ook het paleis waar de broer van Napoleon woonde. Nu in gebruik als provinciehuis. Daar liepen we dan voorbij. Het tempo werd aangegeven door mijn vader. Hij was 1,82 en liep met grote passen. Mijn moeder deed haar best om hem bij te benen maar zij was niet groter dan 1,50 en moest er dus flink aan trekken. Mijn twee zussen en ik renden er achteraan. Ik was een jaar of zes en was toen en nog steeds niet een van de grootste. Het was dan ook topsport. Pap, ik kan niet meer. Kom op jongen, we zijn bijna bij de Hertenkamp. Zo kwamen we uiteindelijk na nog geen anderhalve km maar het leken er wel tien, bij een houten hek waar achter herten en wat lama’s liepen. Het hek helde wat voorover en iets van af de onderkant zat een dwarsplankje waarop ik kon staan. Op die manier kon ik stukjes brood aan de herten geven. Dat was wel iets dat de gigantische looptocht dan weer goed maakte. Als al het brood was uitgedeeld liepen we weer de zelfde weg terug. Ik bleef steeds meer achter en mijn moeder probeerde mij toch over te halen om iets meer door te lopen. Ik wist het toen zeker, later als ik groot ben ga ik nooit wandelen. Toen ik acht was verhuisden we naar Haarlem-Noord. Hier was de Haarlemmerhout niet om de hoek. Hier woonden we aan een drukke weg. Het wandelprobleem was hier mee opgelost.

Met mijn twee zusjes.

Ik heb het jaren vol kunnen houden, niet wandelen. alles op de fiets en zodra ik zestien was een brommer en zelfs net achttien een stokoude eend. Toen moest ik plotseling in militaire dienst. Dat worden dus veel marsen. Ook dat viel achteraf behoorlijk mee. Men had besloten dat ik kok moest worden. Ik was kapper en kok begint ook met een K dus dat moet de gedachte erachter wel geweest zijn. Ik vond het trouwens geen slechte keuze, je kan het slechter treffen. Tijdens die koksopleiding gingen we een keer op bivak in de buurt van Katwijk. Leren buiten op open vuur koken en we moesten ook een keer een mars lopen. De sergeant die normaal kookles gaf ging dat leiden. Na misschien 500 honderd meter liepen we een bocht om en eenmaal uit het zicht van de tijdelijke nederzetting kregen wij het bevel, rugzak af en zitten. Het was mooi weer. De sergeant riep, ik vind het wel goed zo, we blijven hier een uurtje en gaan dan weer terug. Dat was het dan. Een mars van een km. Toen ik eenmaal kok was hoefde ik al helemaal niet meer te lopen.

De ommekeer.

Zo’n zestien jaar geleden kon ik door grote zorgen slecht slapen. Om mijn hoofd wat leeg te maken liep ik al om vijf uur in de morgen op de hei. Lopen, lopen. De afstanden werden steeds groter. Even een rondje Ede- Otterlo. Wat was dit fijn, wat heb ik al die jaren gemist. Een paar dagen achter elkaar lopen, het Krijtlandpad in Limburg b.v. Nog iets verder was De camino naar Santiago de Compostela. Drie maanden onderweg en aangekomen in SdC zei ik, nooit meer. Twee dagen later begon ik al plannen te maken voor de volgende camino en er volgden de jaren erna dan ook nog een paar lange tochten. Ik moest iedere dag lopen, verslaafd heet dat. Hoe is het toch mogelijk dat ik, die echt niet van wandelen hield, zo de andere kant op kon gaan. Nu geldt, een dag niet gelopen is een dag niet geleefd.

Wandelen heeft veel voordelen:

  • Je neemt meer van je omgeving op
  • Je kunt al je gedachtes ordenen
  • Het leert je loslaten
  • Goed voor hart- en bloedvaten
  • Beter slapen
  • Betere conditie
  • Het versterkt je botten en spieren
  • Stofjes zoals endorfine en serotonine komen vrij, dit zijn gelukshormonen en die zorgen er weer voor dat jij je vrolijker en gelukkiger voelt. Dat “blijde zin” uit het liedje klopt dus wel.
  • Je verbruikt extra calorieën 

Dit zijn maar een paar voordelen maar er zijn er nog veel meer. Wat ik ook een voordeel vind is dat als je het goed doet het niet zo blessure gevoelig is. Je moet natuurlijk geen artrose in je knieën krijgen. Dit zijn allemaal voordelen maar eigenlijk vind ik het gewoon lekker.

Als ik nu loop moet ik toch vaak aan mijn vader denken. Door zijn snelle loopstijl die ik bij probeerde bij te houden heb ik nu ook nog steeds een flink tempo. Als hij nu zou weten dat ik zo graag loop zou hij het mij vast ook wel vergeven dat ik nog steeds geen liefhebber van voetbal ben.

Warme groet en een glimlach.

Pasarela de Relleu. Heb jij hoogte- of dieptevrees?

Het kan natuurlijk niet uitblijven. Na het succes van de Caminito del Rey zijn er wel meer gemeentes in Spanje die een toeristische attractie wel kunnen gebruiken.

De Caminito del Rey oftewel de koningsroute. Het dankt zijn naam aan de koning die in 1921 een bezoekje kwam brengen. er moest wel eerst een speciaal stationnetje voor hem aangelegd worden. Maar hij deed het toch maar. Hij liep op een wankel paadje op meer dan 100 meter boven de kloof. Vanaf die tijd heet het dus Het Koningspad. In februari 2018 liepen we dit pad en heb er toen ook een blogje over gemaakt.

Zoals ik al schreef, er zijn meer gemeentes die wel zo’n koningspad willen. Er lopen alleen geen koningen overheen maar dat kan de pret niet drukken. de gemeente Relleu in de provincie Alicante heeft nu een eigen pad. Er was een geschikte plek in de kloof bij het stuwmeer, de Pantani de Relleu. Het pad heet officieel “Parasela de la Presa de Relleu. Een 212 meter lang houten pad en dit is bevestigd aan de rotswand. In februari 2022 ging het open voor publiek. Na de Caminito del Rey wil ik dit pad ook wel eens proberen. Je kunt er niet zomaar even heen met de camper maar moet eerst een lekker stukje lopen.

Wij parkeren Sprintertje iets voorbij het gemeentehuis van Relleu en beginnen aan de wandeling. Die begint op 443 meter en we dalen af naar 284 meter. We lopen over oude ezelspaadjes parallel aan de rivier de Amadòrio. Tenminste dat was toen, nu is de rivier droog. Het paadje is er een met veel scherpe ongelijke stenen. Ik zou persoonlijk dit niet op teenslippers lopen. Stevige stappers zijn wel aanbevolen.

Ik vind het heel indrukwekkend hier te lopen beseffend dat dit gebied al zo’n vier eeuwen voor de Romeinse tijd bewoond was. Hier dicht bij de stad bevond zich een Iberische nederzetting. Natuurlijk is de plek in de loop der tijd geplunderd maar er zijn nog steeds muren van ruim een halve meter dik overgebleven. Wat een hard leven moet dat zijn geweest. Maar goed na veel geklauter komen we bij het punt waar de loopbrug begint. er staat een houten huisje en daar kunnen wij een kaartje kopen. We betalen als pensionado’s het enorme bedrag van 1,50 euro p.p.

Het eerste stukje vanaf het houten huisje is een beetje lastig maar dan sta je op een plateau waar je een mooi zicht heb op het stuwmeer. Nou ja stuwmeer? Dat was eens, nu is het een kale droge vlakte. We lopen het houtenpad op dat aan de wand is bevestigd. als leuning een stalen draad die al een beetje slap wordt. We komen een Belgisch paar tegen en de man zegt, je moet geen dieptevrees hebben. Dieptevrees? Wij zeggen hoogtevrees. Op het einde van het pad is een glazen plateau waar je met max 4 personen op mag staan. Wij zijn met z’n tweeën dus geen probleem. Door het glas heen kun je mooi de diepte inkijken. We lopen weer terug, dit was het dan. Leuk, aardig maar niet spectaculair.

Na dit avontuur lopen we via een andere route terug naar Relleu. Totaal iets meer dan 10 kilometer. Een leuke wandeling en een mooie attractie. Als je na een hele steile klim boven in het dorp aankomt is er op de hoek een terras. Het biertje ging er in als bier.

Klik op de foto voor de video over de route
Klik op deze foto voor het filmpje over deze route.

Even iets anders. Weet jij dat ik het best leuk vind als je lid wordt van mijn YouTube kanaal? even een klikje op de knop en het wijst zich vanzelf.

Warme groet en een glimlach en tot het volgende blog.

Terecht “de vrolijke stad”

Ieder jaar als ik aan de Costa Blanca aan het overwinteren ben staan er wel een of meerdere bezoeken aan La Vila Joiosa in mijn agenda gepland. Nou ja, bij wijze van spreken dan want een agenda heb ik hier niet echt nodig. Gewoon per dag kijken wat te doen. De betekenis van La Villajoyosa is of “de vrolijke stad” of “de met juwelen bezette stad” het klopt allebei.

Waarom La Vila Joiosa

Het is al een heel oud stadje. Het bestond al in de tijd van de Romeinen en heette toen, Alonis. Maar de legionairs werden verdreven door koning Jaime de eerste en werd een christelijk dorp en kreeg de naam Villajoyosa. Aan deze kust wemelde het in de zeventiende eeuw van de barbarijse zeerovers en Villajoyosa had een belangrijk aandeel in de verdediging van de kustlijn. Aan het einde van die eeuw was het spel der zeerovers uitgespeeld en kon het dorp eindelijk groeien.

Als je op de huidige boulevard loopt vallen de vrolijk gekleurde huizen het meest op. Dit is altijd zo geweest. Op deze manier konden de vissers van heel ver hun eigen huis herkennen. Het was dan ook een echt vissersdorp. Nu zijn er nog maar enkele vissers. Bijna iedere dag zo rond 17:00 uur komen de vissersboten de haven in en worden de verschillende soorten vis geveild. Leuk om te zien. La Vila Joiosa is na koning Jaime de eerste nu overgenomen door de toeristen. Het heeft nog wel een meer liefelijke uitstraling dan de buren, Benidorm. Niet alleen de kuststrook is interessant maar ook andere delen van het dorp zijn de moeite van een bezoek waard.

Na Benidorm en Cala de Finestrat zie je links hoogbouw van Parque de Torres’ hier is ook een grote camperplaats pal aan het strand. Maar ik rij nog even door over de N 337a, deze loopt dwars door het stadje heen. De huizen en winkels zien er wat grauw uit. Wat die ik hier dan. De verrassing is links van de weg. Hier loopt het stijl naar beneden en kom je uit op de boulevard met de palmbomen en vrolijk gekleurde huizen. Aan het einde van de boulevard op de hoek van een droge Rio de Amadério heb ik een paar keer vrij gestaan om te overnachten. Helaas mag je nu nergens meer hier aan de kust vrij staan maar 100 meter van de kust gewoon in een brede straat kan en mag dat wel.

Dit was eens maar is nu afgesloten.

Langs de kleurrijke boulevard zijn natuurlijk genoeg eethuisjes en terrassen. Je hebt een schitterend zicht op het strand met palmbomen en de kleine vissersbootjes. Aan het eind van de boulevard slaan wij rechts af en struinen kriskras door de smalle straatjes. Heel veel huizen zijn al mooi gerestaureerd maar er zitten ook wel krotten tussen. Het zijn meer steegjes maar de bewoners vinden altijd nog plek voor potten met planten voor de deur.

Smal steegje met planten en de was buiten

Rechts van de doorgaande weg ligt het oude centrum. Hier zijn veel winkels en vooral juweliers zijn sterk vertegenwoordigd. In dit oude centrum staan nog steeds muren uit de Renaissance tijd. Natuurlijk heeft zoals ieder stadje hier in Spanje een mooie kerk. Hier is dat de gotische kerk l’Assumpció.

De oude stad gezien vanaf de droge rivierbedding

Chocolade

Als je in Spanje chocolade wil kopen kom je al snel uit bij het merk Valor. De supermercado’s liggen er vol van. Deze chocolade komt dus uit dit dorp. Wil je er meer van weten dan is er het Valor chocolademuseum.

Het Valor Chocolademuseum, opgericht in 1998, werd in 2008 door de Generalitat Valenciana erkend als het Valenciaanse Chocolademuseum.
In die tijd was het een kleine familiefabriek, waar je meer te weten kunt komen over het proces van het maken van chocolade en de hele geschiedenis van Chocolates Valor vanaf de geboorte tot nu, vijf generaties meester-chocolatiers.
Bovendien heeft het een van de beste collecties machines in de chocolade-industrie uit verschillende tijdperken, van de tijd dat cacao op steen werd gemalen tot heden. Rondleiding met Engels sprekende gids om 10 uur en 16:00 uur.

Aan de boulevard zijn veel eethuisjes met allerlei specialiteiten. Er zijn ook een paar Nederlandse en Belgische restaurantjes en terrassen. In onderstaande video het verhaal van een Belgisch eethuis.

Nog steeds erg lekker

Mijn Camino oftewel “loslaten is de weg, niet het doel”.

Als je door een knieblessure even geen lange wandelingen kan maken hou je heel wat tijd over. Op mijn stoel naast de campervan in de zon kwam ik op mijn iPad weer eens het eBook(je) tegen dat ik heb geschreven over mijn looptocht van Nederland naar Santiago de Compostela. Bij het lezen hiervan krijg ik weer een gevoel van heimwee. Ik vind het wel leuk mijn ervaringen te delen en daarom hier twee links naar mijn verhaal. De eerste doolhofcode kun je scannen en dan opent er zich een PDF en als je klikt op de foto opent er zich een flipbook. Dat lijkt meer op een echt boek met bladzijden omslaan.

In het eBook beschrijf ik mijn camino. Een van de eerste dagen loopt het al bijna verkeerd af.

In Frankrijk mijn eigen route gevolgd en in Spanje vanaf Irun tot Oviedo de Camino del Norte en van Oviedo naar Santiago de Compostela de zware Camino Primitivo

Afzien, eenzaamheid, doorzetten, humor, genieten, vriendschappen.

Scan voor PDF of tik op onderstaande foto voor een FlipBook
Tik op de foto voor een flipbook

Naar de plastisch chirurg.

Overwinteren is iets anders dan een roadtrip. Na de drie weken rond trekken zijn we weer aan het overwinteren. We zijn terug op camperplaats Orange Grove in Alfaz del Pi. Dat is niet zomaar, het heeft een reden. Wat is er namelijk aan de hand? Sprintertje is lek. Een week of zes geleden hebben we een nogal heftige bui te verduren gehad. Is wel eens lekker, vooral als je droog binnen kan zitten en de regen tikt tegen je camperraam. Maar plotseling tikte het niet alleen tegen het camperraam maar ook op het dashboard. Het tikte niet alleen, het stroomde naar binnen.

Sprintertje heeft de eerbiedwaardige leeftijd van 20 jaar en dan willen er nog weleens wat ongemakken voorbij komen. Rondom de voorruit begint zijn mooie groen/blauwe kleur bruin te worden. wordt ook weleens roest genoemd. Een paar jaar geleden was dat ook al aan de orde en toen is dat gerepareerd en gespoten bij een Nederlandse plaatwerker in Wijk bij Duurstede. Niet echt naar tevredenheid van Sprintertje want de roest is behoorlijk terug gekomen. Bovenaan de ruit zit nu zelfs een gaatje waar het water gretig gebruik van maakt om naar binnen te komen. Nu zit er in Albir een Nederlandse plaatwerkerij. Hier maak ik een afspraak voor reparatie. Het is begin december maar het kan pas in januari. Geen probleem. We gaan eerst drie weken trekken en dan komen we weer terug . 16 januari gaat Sprintertje onder het mes. De voorruit moet eruit en dan alles vrij maken van roest, anti roest primer erop en spuiten. Het enige is dat we niet weten hoelang het gaat duren. We huren voor een week een appartement net achter de boulevard van Albir. Kunnen we ook eens ervaren hoe dat bevalt om te overwinteren.

De strakke blauwgroene tint van Sprintertje gaat rimpelen en kleurt bruin

Zondag na 15:00 uur mogen we erin. Wat moet je allemaal meenemen voor die ene week. Het valt niet tegen. Het appartement ziet er keurig uit en de 50 vierkante meter is goed benut. Onze huiskamer thuis is heeft ook dezelfde afmeting, kun je zien wat je daar van kan maken.

Maandag om half negen sta ik bij de garage. Jerry is een man van daden. Hij gaat direct aan de slag. Hij rijdt sprintertje naar een gespecialiseerd glasbedrijf waar de voorruit eruit gehaald wordt. Als ik in de middag langs fiets zie ik dat er hard aan gewerkt wordt. Dinsdag eind van de ochtend fiets ik weer langs, de Lidl zit er naast, is Sprintertje nergens te bekennen. Hij zal toch al niet klaar zijn en naar de ruitenspecialist om de voorruit er weer in te plaatsen. Ja dus. Dinsdagmiddag is hij klaar. Weer mooi strak. De plastisch chirurg heeft goed werk geleverd. Alle bruine rimpels zijn verdwenen.

Wat nu. We kunnen niet al terug naar Orange Grove. Onze plek is tot zaterdag bezet. We moeten tot die tijd in het appartement blijven. Is dat erg? Voor het appartement niet. Alles is aanwezig, goede WiFi, twee tv’s met Netflix, heerlijke douche zelfs een wasmachine. Maar toch. Het voordeel van camperen is dat je bijna helemaal buiten leeft en hier zit je opgesloten. Er is een balkon maar er is zoveel herrie buiten dat dit niet prettig vertoeven is. We zijn het er al snel over eens, overwinteren in een appartement is niet ons ding.

Een klein stukje zeezicht ja daar bij die rode pijl

Sprintertje staat nu wel voor het appartement en we gaan er deze week nog even wat mee op stap. Calpe is een plaatsje waar we op kijken als we op de boulevard lopen. Er zijn al veel hoge woontorens maar er wordt nog volop gebouwd. De oude binnenstad is nog wel de moeite waard om te bezoeken en verder kun je ook hier heerlijk langs de boulevard paraderen. Wij parkeren bij de Salinas. Het zoutmeer.Het is een plek om flamingo’s spotten. Enkele jaren geleden waren ze hier alleen in de winter maar de flamingo’s van tegenwoordig worden wat lui en blijven gewoon het hele jaar. Misschien wat vliegschaamte?

We gaan ook nog even een middagje op de fiets naar Benidorm.

Helemaal aan het einde, tenminste bij ons vandaan dan, daar staan twee gigantische woontorens. Deze zijn met elkaar verbonden door de “diamant”. In deze diamant zijn ook appartementen en op de bovenste verdieping een Skype wellnessruimte voor de bewoners, met een overloopzwembad , spa ruimte, fitness, massage ruimte en sauna. Dat is trouwens niet het enige zwembad. Beneden is er ook nog een van 800 vierkante meter met een strand eromheen. Nu kun je als bezoeker voor 6 euro met de lift naar boven dat is inclusief een drankje. Voor je hier iets koopt wil je toch wel zien hoe het uitzicht is. Dat gaan we dus doen. Bij de ingang worden we al tegen gehouden door een vriendelijke jongeman. We willen graag naar boven. O, sorry, dat kan de eerste twee maanden niet wegens reparaties. Nou dat is toch jammer. Je zal maar op de 45 verdieping zitten en de lift doet het niet.

Nu hadden we al besloten dat een appartement om te overwinteren niet voor ons is dus laten we het appartement dat hier te koop is voor 1.395.000 euro ook maar aan een ander.

Hier geen drankje dan maar op de lange boulevard van Benidorm. Heerlijk in de zon en kijken naar de parade van scootmobiels, zelfs een met aanhanger en vakantiegangers in alle maten en uitdossingen.

En nu weer terug in ons appartement op wielen, Sprintertje. Heerlijk. Tot een volgend keer. Warme groet en een glimlach,

Zwembad voor de deur.

Zo vier je Drie Koningen.

Als je dan toch in januari in Spanje bent is het bijna een must om het feest van Drie Koningen mee te maken. Een paar jaar geleden in Sevilla was de optocht net afgelopen en vorig jaar in Benidorm ook weer net te laat. Dat gaat nu niet gebeuren. We gaan naar Alcoy. Hier bestaat de intocht van de drie Koningen al meer dan 100 jaar. Het is misschien wel de grootste intocht van Spanje of misschien wel van de wereld. Tenminste dit claimt het toeristenbureau. Het zal in ieder geval de moeite waard zijn. Op naar Alcoy.

We besluiten vast 5 januari te gaan dan zijn we in ieder geval ruim op tijd voor het gebeuren op de 6e. We vinden een parkeer/overnachting plekje. Precies op tijd want het parkeerterrein stroomt vol. We zien hele families vanaf het parkeerterrein richting stad lopen. Het lijkt wel of er nu ook al wat te doen is. Nou als dat zo is pakken we dat ook vast even mee en we sluiten aan bij de massa. De brug naar het centrum is afgesloten voor verkeer, nu alleen voor voetgangers. Overal politie. Aan de overkant gekomen beginnen de klokken oorverdovend te slaan. We komen aan op het centrale plein. Op dit plein een grote stal met kribbe. Een grote loper en aan het begin daarvan drie met rood pluche beklede stoelen. Aan beide kanten van het plein al rijen mensen met ervoor op de grond kinderen. Toevallig zit op dit plein ook de touristinfo en lief gaat even informeren wat er precies aan de hand is. Het is nu de viering van de intocht der drie Koningen. We zijn deze keer per ongeluk op tijd. Ruim op tijd want we moeten nog wel bijna twee uur in de rij blijven staan voor de intocht dit plein bereikt. Het eerste uur gaat nog wel maar dan beginnen mijn benen en vooral mijn knie het niet leuk meer te vinden. Maar nu weggaan? No way. Een keer in je leven moet je toch zo’n spektakel mee maken.

Het is net sint Nicolaas. Ook hier wordt het live uitgezonden. Overal stellages met cameramensen erop. Eindelijk is het dan zover. De eerste deelnemers aan de intocht komen vanuit een smalle straat ons plein op. Veel muziek, dansgroepen, karretjes met ezels ervoor en direct daar achter lopen mensen die alle drollen opruimen. Dan is daar het moment. De eerste wijze komt op een kameel het plein op. De menigte roept, schreeuwt en juicht. Kinderen worden opgetild om een kusje te ontvangen van de wijze Koning. Hij wordt omringd door super zwart geschminkte helpers. Zij hebben ladders bij zich, zetten deze tegen de huizen, dan klimt er een naar boven en levert daar een grote doos met cadeautjes af bij hele nette blanke kindertjes. Dat zie ik op het grote scherm want natuurlijk is er wel een camera bij aanwezig. Duidelijk wel een bovenlaag van de bevolking hier. De kinderen die buiten zijn krijgen snoep en moeten nog even wachten op hun cadeautjes tot ze weer thuis zijn.

Zo te zien is er hier geen discussie over een slavernij verleden. Ik heb nog nooit zoveel als zwart geschminkte moren bij elkaar gezien. Heel gek maar ik heb direct het kinderliedje, Moriaantje zo zwart als roet in mijn hooft en dat blijft er maar zitten.

Ondertussen sta ik al bijna 3 uur op mijn benen en het is goed zo. We lopen een café in en daar zitten we eerste rang voor een groot scherm waar we alles van zeer nabij kunnen zien. Dan barst er een vuurwerk los en spoed ik mij nog even naar buiten om daar wat opnames te maken. Als je op het einde van mijn video wat blauwe beelden ziet dan komt dat het beelden zijn die ik van de TV heb geleend.

Het was leuk om een keer mee te maken. We hebben uitstekend geslapen op dit parkeer terrein.

Voor overnachten stonden wij op een plek voor dag en nacht parkeren. Via park4night #47140. Niet mooi maar wel handig dicht bij de oude binnenstad. Geen voorzieningen.

El Berro

De man schuifelt stapje voor stapje vooruit. Zijn rechterhand leunt zwaar op zijn wandelstok. Hij draagt een zichtbaar oude corduroy beige broek met aan zijn voeten een paar gloednieuwe suède schoenen. Wij zitten op een bankje voor een oud kerkje in het dorpje El Berro. Het ligt in het Parque Regional de Sierra Espuña.

De man schreeuwt een groet naar een in de verte voor een huis zittende figuur en komt naast ons zitten. Een vrouw? Vraag ik. Nee een hombre, mi hermano, mijn broer. Ik pak mijn telefoon er maar eens bij en open translate. Bent u hier geboren? Si. Hoe lang geleden is dat? 87 jaar. Heeft u hier ook altijd gewerkt? Ja ik werkte in de landbouw. Is er veel veranderd hier in het dorp? Ja, er wonen nu alleen nog maar bejaarden zoals ik. De jeugd is vertrokken o.a naar Murcia omdat daar het werk is. Het schooltje is ook dicht. Er wonen nog maar zo’n 100 mensen. We nemen afscheid en ik bedank hem voor het gesprek. Toch makkelijk die vertaler. Ik wilde voor dit jaar geen voornemens hebben maar misschien moet het nu toch eindelijk eens Spaans leren zijn.

De leegloop van dit dorp is een herhaling uit de geschiedenis. De eerste bewoners van dit dorp waren Moren. Waarschijnlijk 12 tot de 14 eeuw. Er zijn aan het begin van de twintigste eeuw tijdens opgravingen Moorse huizen en een begraafplaats ontdekt. de Christenen heroverden het dorp weer maar vonden het waarschijnlijk niet echt een plek om te vertoeven want het zou voorlopig niet meer bewoond worden. Pas in de loop van de 19 eeuw kwamen er weer mensen naar dit dorp. Het waren geen welvarende Spanjaarden. Men kwam hier om keihard te werken. Geen elektriciteit of stromend water. Dat kwam pas in de jaren 50 en dat betekende een omslag. Er kwamen meer mensen wonen en het toerisme vond zijn weg hier naartoe. Een hotel en een grote camping. De gasten komen hier om een van de vele wandelroutes te volgen of stevig te mountainbiken. Maar de jeugd vertrekt. Later zie ik in de olijfgaarden ook alleen maar zilveruitjes werken. (Zie filmpje)

Het dorp is door het toerisme niet helemaal leeg gelopen. Er zijn zelfs een paar restaurants, twee bakkers en een piepklein kruideniertje. Het is allemaal heel relaxed.

Morgen gaan we richting Alcoy. Daar schijnt het Drie Koningen feest groots gevierd te worden. Daarover meer in het volgende blog.

Oud en nieuw bij heiligdom.

Mijn eerste blog in 2023 en daarbij horen de gebruikelijke wensen. In deze onrustige tijd wens ik toch iedereen een hoopvol jaar. In het Volkskrant magazine stond een cartoon met de tekst: gaan we er over zeuren of gaan we het oplossen. Ik begrijp dat er al velen zijn die dit plaatje hebben uitgeknipt en op een zichtbare plek in het huis hebben opgehangen. Alle (wereld)problemen die ons overspoelen kunnen we niet oplossen maar erover zeuren heeft helemaal geen zin. Mijn voornemen voor dit jaar is dan ook, nog minder zeuren en er tegenaan gaan. Op dit moment hou ik mij een tijdje bezig met het Spaanse leven. Of het door het weer komt weet ik niet maar men lijkt hier toch wat relaxter dan in Nederland. Oké dit was dan het officiële gedeelte. Ik ga nu weer verder met het reisverslag.

Na de spanning van het ritje ariba naar het het kasteel toch wel een goede slaapnacht mee mogen maken. De plek is heerlijk afgelegen en wordt niet alleen gebruikt door camperaars die hier overnachten maar duidelijk ook door (jong)geliefden die hier een uurtje of meer doorbrengen. Een veilige plek want er lag her en der wat gebruikt gummi.

Het kasteel is gesloten en de spa bij het hotel is alleen voor gasten dus tijd om weer een stukje te rijden. Uiteraard niet dezelfde weg als heen genomen maar nu een wat makkelijker weg. We rijden naar de stad Totana. Deze stad ligt aan de voet van de Sierra Espuña.

We maken hier een lunchstop. Toevallig lezen we vandaag dat in Spanje het aantal vrouwen dat door hun partner of ex gedood wordt schrikbarend toeneemt. Hier in Totana is een gedenkbeeld en muur voor alle vrouwen die vermoord zijn.

Na Totana rijden we over een smalle kronkelweg naar het heiligdom van Santa Eulalia. Het ligt op 600 meter aan de voet van de Sierra Espuña. Al vanaf de veertiende eeuw wordt er gesproken over het bestaan van dit heiligdom, gebouwd door de ridders van de orde van Santiago. alles wat er nu staat werd gebouwd met behulp van aalmoezen van gelovigen in 1574. Helaas heb ik het heiligdom niet van binnen kunnen zien want het is gewoon gesloten tot na 6 januari.

Naast het heiligdom is een hotel waar we oudejaarsdag de warme lunch gaan nuttigen. We staan op de parkeerplaats tussen bomen en blijven hier drie nachten. Goed bronwater om te drinken en super schone openbare toiletten. Het kan slechter.

Onze vrije camperplek voor drie nachten.

Als ik opzij kijk zie ik een berg(je) met daarop met zijn rug naar mij toe een wit beeld van Jezus. Mooi om daar eens naartoe te lopen. Er loopt een kronkelweg de berg op en er staan beelden langs de weg. Hier wordt de hele kruisweg uitgebeeld. Er is ook aan de inwendige mens gedacht want er zijn ook allemaal openbare barbecues waar behoorlijk gebruik van wordt gemaakt. Hele families zitten rond de barbecue, vader stookt het vuur op en er wordt uitgebreid gekookt. De heerlijke geuren blijven mij achtervolgen op de weg naar Jezus.

Dat vuurtje achter Jezus met kruis is een barbecue.

Jezus heeft een weids uitzicht over Totana en kan van hieruit zelfs de zee zien. Het tochtje naar beneden is een makkie en van die nog steeds lekkere etensgeuren begint mijn maag spontaan te rommelen. De oudejaarslunch smaakt dan ook extra lekker.

We spelen nog een paar rondes tokken met onze vriendinnen en bereiden ons voor op de jaarwisseling. We hebben de druiven gewassen en in porties van 12 verdeeld. Voor ons inmiddels al een bekende traditie. De klok slaat voor het middernacht is 12 keer en bij iedere slag moet je een druif doorslikken. Red je die 12 druiven binnen de tijd dan heb je twaalf maanden geluk. We horen vanuit de camper al een tijdje harde muziek en een kwartiertje voor middernacht gaan we met de druiven en cava eens bij de muziek kijken. Op het binnenplein bij de kerk staat waarschijnlijk de conciërge van het hotel met geluidsapparatuur. De stemming zit er nog niet echt in. Groepjes mensen met feest kleding aan staan bij elkaar en wachten geduldig tot de klokslagen beginnen. Sommigen hebben oogmaskers voor. Dan begint het druiven eten. Wij redden het alle vier binnen de tijd. Dat wordt dus een topjaar. Mensen wensen elkaar iets toe en dat is het dan. De muziek gaat door maar er is nou niemand die eens lekker gaat dansen. Heel saai. Wij vieren zijn de enigen die dansen. Na een kwartier is het grootste deel alweer het hotel ingegaan. De muziek blijft nog tot een uur keihard aan en dan is het over. Hier net zoals die keer in Jerez de la Frontera, geen vuurwerk. In de hele omgeving niets te horen. Toch wel lekker.

Nieuwjaarsdag nemen we na drie weken samen zijn afscheid van onze vriendinnen. Zij gaan weer richting Deventer en wij blijven hier nog een dagje. We maken een wandeling van ruim 10 km. Heel rustig aan en in samenwerking met paracetamol goed te doen. Morgen gaan we weer eens naar een camping. Douchen, accu bijladen en een of meerdere wasjes draaien.

Warme groet en een glimlach en tot een volgend verslag.

Bij kasteel van Loeca tik op foto voor de reis ernaartoe.
%d bloggers liken dit: