Het is vandaag precies honderd jaar geleden dat moeder Musscher een zoon baarde,
Johnny Jordaan.
Johnny Jordaan is een Nederlandse levensliedzanger en accordeonist, geboren als Johannes Hendricus van Musscher op 7 februari 1924 in Amsterdam. Hij had al snel in de smiezen dat zijn echte naam nou niet echt lekker lag in de volksmond. Hij was geboren in de toen nog arbeidersbuurt “de Jordaan”. Het werd dus Johnny Jordaan. Hij werd populair in de jaren 1950 en 1960 met zijn emotionele en oprechte ballads en lyrics over het dagelijks leven in Amsterdam. Zijn liedjes beeldden vaak de strijd, vreugde en verdriet van de arbeidersklasse af.
Zijn eigen leven liep ook niet echt over rozen. Toen hij 19 jaar was vond men het wel nodig dat hij zou trouwen. Braaf deed hij dat met Jannetje de Graaff en samen kregen ze een dochter. Daar bleef het ook bij. Dat was ook niet zo gek want hij kwam erachter dat mannen voor hem een betere keus zouden zijn. In die tijd kwam je daar niet zo snel voor uit en na een affaire met een man probeerde hij een eind aan zijn leven te maken door uit een rijdende auto te springen. Pas na het openbaar maken van zijn homoseksualiteit, scheiding van Jannetje en ontmoeting met Ton ging het beter met hem. Met Ton Slierendrecht leefde hij toen nog 31 jaar samen.
Hij bracht zijn eerste single uit, De Parel van de Jordaan, met op de B-kant bij ons in de Jordaan.De liedjes werden gespeeld in een radioprogramma van de Avro. De single verbrak alle Nederlandse records en hij was opeens een nationale beroemdheid. Hij bracht in de jaren daarna ook nog een aantal singles uit, die allemaal erg succesvol bleken, alhoewel hij pas na 1961 ook door andere omroepen dan de AVRO werd gedraaid. Daarvoor werd hij door de andere omroepverenigingen geboycot. De VARA vond zijn repertoire te ordinair en ongeschikt voor de PvdA-stemmende arbeider. Hoezo betutteling.
Ik schreef al eerder over mijn ome Dick. Hij was niet alleen opera liefhebber maar ook van Johnny Jordaan had hij veel bakelieten platen. Bij ons in de Jordaan kende ik uit mijn hoofd en toen we in een van de eerste klassen op de lagere school een lied moesten zingen koos ik niet voor een kinderliedjes maar voor 🔽
Na zijn dood in 1989 werd geld ingezameld voor een standbeeld. Bij de onthulling van het beeld van beeldhouwer Kees Verkade in 1991 op de kop van de Elandsgracht begon een actie om dit stukje straat naar de zanger te noemen. De straatnamencommissie was tegen maar de eigenwijzen burgemeester en wethouders vonden het een goed plan. Zo kreeg Johnny zijn eigen pleintje, het Johnny Jordaanplein.
Een ander vorm van een lied dat Johnny gebruikte was een epiek. waarbij de nadruk ligt op de beschrijving van gebeurtenissen en handelingen van personen. Geen refrein maar alle gebeurtenissen achter elkaar. Zijn bekendste nummer is de begrafenis van Manke Nelis maar ik vind de terugkeer van Manke Nelis hilarischer. Als je lekker wilt meezingen? De tekst staat eronder.
Bezong u Manke Nelis z’n begrafenis
Maar nu komt het mooiste nog pas aan
Ik zal u nu het laatste nieuws vertellen gaan
Ik wed dat u versteld ervan zal staan
We zaten in de kroeg zoals ik u reeds heb verteld
Toen plotseling dronken Toon lijkwit naar binnen kwam gesneld
Hij riep “Jongens, een glas water voor de schrik
D’r is een wonder pas gebeurd, mensen ik stik
Want zoëven komt de man van het kerkhof bij me aan
Die verteld me dooie Nelis is zojuist weer opgestaan
Hij was maar schijndood is zoëven woest gestemd
Uit z’n kuil geklauterd en zo in z’n hemd
Fijn gewandeld naar de dijk en daar zit ‘ie nou te kijk
Als het tweede nagemaakte levend lijk”
Als antwoord klonk een rauwe kreet toen door de kroeg
Een ieder stond genageld aan de grond
Dronken toen van schrik elkanders glaasies leeg
Keken stom verslagen in het rond
En Schele Dries die riep “D’r moet gehandeld worden vlug
Bestel die stoet opnieuw, dan halen we Nelis weer terug”
Dat was goed en zo gezegd zo ook gedaan
En even later zag je voor het kroegie staan
De koets en bakkies die ‘em ’s morges weg hadden gebracht
En al de kraaien liepen in hun officiële klederdracht
En toen reed de vreemde stoet met veel bekijks
Weg om Nelis op te halen van de dijk
“Kijk eerst goed”, riep Rooie Chris, “of het die manke degelijk is
Komt mij te link voor hoor, die hele bissenis.
En onderweg kwam Gerrit plots op ’t idee
“We benne abuis zeg, stop er es koetsier
Wat moet die lijkkoets zeg, ’t is geen begrafenis nou
We moeten ‘em halen in een Jan Plezier”
“Da’s waar ook”, riep een elk, “daar hebben wij niet aan gedacht
En daarom werd er gauw een bruiloftswinkel opgezocht
En ze hebben wijl er stevig werd gebierd
Eerst de koets met slingers helemaal versierd
Met lampions en vlaggen en al de kraaien, wat een mop
Zetten allemaal een bruiloftsmutsie boven op hun kop
En zo kwam de hele boel, wie doet je wat
Aan de dijk waar Nelis in z’n hempie zat
Ze droegen hem rond en hesen hem toen
Met een kruikie Bols en een fles citroen
De koets in tussen al de slingers en het groen
Maar toen werd in de Spaarndammerstraat weer gestopt
Bij hetzelfde kroegie van die Rooie Bart
Maar Nelis riep “Rij door, want anders blijf ik hier
Misschien weer staan al onder het biljart”
En hossend, zingend is het stel de stad weer doorgegaan
Kwam de versierde rouwstoet weer terug in de Jordaan
Nelis sprong toen in z’n hempie op de bok
Riep “Wie leent me effe een broekie of een rok?
‘K sterf hier van de kou ik sta te rillen als een riet
Krijg een bekeuring aan m’n pet wanneer een smeris me zo ziet
En ze stopten voor de deur toen van z’n vrouw
Toen die d’r vent weer zag toen viel ze bijna flauw
Gilde “Oh Nelis, wat een strop, sterf nou gauw met die honderd pop
Die ‘k van de dooie pot gekregen heb zijn op”
De postbode die Nelis zag die kreeg een stuip
Gilde “Me honderd poppies terug medien
Als je niet op staande voet teruggeeft hier
Slaan ik je nou meteen je harses in
Die grappen maken van jouw, die koste mij m’n loodse biet
Betaal of je kist weer in, of je levend bent of niet”
De kastelein riep “Wacht nog effe, dooie vent
Laat ‘ie me eerst betalen, ik krijg nog tachtig cent”
En z’n vrouw riep “Zeg dooie dief, wat lever je me nou
Ik heb alweer een andere vent, ik heb niet gerekend meer op jou”
Maar Nelis riep “Scheld maar raak, ik hou me stil
Ik zal toch zeker doodgaan zeg, wanneer ik wil
Blijf fijn nog wat in mijn Jordaan
Ik heb nog een lekker neutje staan
Leve de lol, die dooie boel is niks gedaan”

🙏👍
Aum Shanti
LikeLike
mogge Harry
ja die ken ik nog 🙂
hij en tante Leen zijn in mijn ogen beter dan alle Hazens bij elkaar 🙂
geniet de dag
LikeLike
Wie kent het niet???
IK kan er nog steeds van genieten .. ook leuk die tekst weer eens voor ogen te hebben.
LikeGeliked door 1 persoon
Zeker als ik in een nostalgische bui ben
LikeGeliked door 2 people
O wat leuk , jazeker herinner ik hem en tante Leen , dit kostelijke verhaal van die dooie ,ken ik niet .dankjewel het was een kostelijke blog lieve groetjes 👋
LikeLike
Opera en het volkslied gaan vaak samen, wijlen mijn zwager kon met allebei hartstochtelijk meezingen en op verjaardagen bij zijn familie trok zijn zuster ook altijd de accordeon op schoot en de hele kamer met visite zong mee. Niet mijn ding maar ach, zoveel verjaardagen waren er nou ook niet.
LikeLike
Ja hoor die ken ik zeker. Hebben wij zelfs in ons Carnavals repertoire gehad. Iedereen van mijn / onze generatie kent deze volkszanger wel. Deze tekst kende ik nog niet 🤔
LikeLike