Na het vorige blog met het paradijselijke strand rijden we verder op weg naar Huelva.

Huelva is een stad die al meer dan 5500 jaar oud is. Ze hebben er archeologische resten gevonden van Tartaren, Feniciërs, Romeinen en Moren.

In 1492 voer Columbus van hieruit uit. Bij binnenkomst in Huelva waar de rio Odiel en de rio Tinto samenkomen staat een immens beeld van deze ontdekkingsreiziger.

Wij verkennen de stad, bezoeken de overdekte markt, de Mercado de Abastos met tig viskramen en lopen naar de haven waar een replica ligt van een bark. We lopen de werf op en direct komt er iemand hevig gebarend achter ons aan. Verboden toegang. We mogen niet bij het scheepje kijken. Alleen door een spijlenhek kan ik nog een foto maken..Wij lopen langs een grote metalen constructie die in een bocht naar de rivier loopt.

Deze constructie werd gebruikt om de delfstoffen die uit het mijngebied kwamen naar de schepen te brengen die ze verder vervoerden. Het blijkt dat Engelsen hier de mijnen in handen hadden. Daar willen we meer van weten en we verlaten Huelva, wachten nog even met Portugal en rijden in ruim een uur naar Minas del Riotinto een mijngebied langs de RIO Tinto rivier.

In Minas de Rio Tinto parkeren we bij het mijnmuseum. We hebben ruim de tijd om het te bezoeken. Vandaag het museum en morgen met een treintje langs de mijnen en de rivier de Rio Tinto. We leren dat de Engelsen hier de boel stevig in handen hadden. In 1873 namen ze de mijnen over en gingen er behoorlijk mee aan de slag. Een van de eerste dingen die ze deden was een ziekenhuis bouwen. Dat was ook wel nodig want echt gezond is het delven van mineralen nou niet. Ze bouwden er ook een typisch Engels dorp met zwembad, tennisbaan en cricket veld. Natuurlijk ook een kerk.

In het museum is een mijnschacht van 250 meter nagebouwd. Je weet dat het nep is maar toch wel wat benauwd. Na anderhalf uur staan we weer buiten, bezoeken nog casa 21. Dit is een Engels huis dat nu ook bij het museum hoort. Ik zie het gewoon achter mijn ogen hoe dat in die tijd daar toeging.

In Mina’s de Rio Tinto is een camperplaats maar de paar plaatsen die nog vrij zijn, zijn scheef. Wij rijden een paar km verder naar Nerva waar ook een camperplaats is. Mooi vlak en we staan er alleen.

Nerva is een dorpje met 5500 inwoners. Heel knus. Het is vrijdagavond en we lopen 200 meter naar het gebied waar het allemaal gebeurt. Druk op straat met veel kinderen. Klein dorp maar wel een grote sporthal, mooie kerk en veel terrassen. Ze zijn overvol met veelal koffie drinkende mensen. Wij zien een lokaal met allemaal tegeltjes en heerlijke stoeltjes uit de jaren vijftig. Daar gaan we binnen. Er zitten veel wat oudere nou ja veel mensen van onze leeftijd gezellig te babbelen. Wat opvalt is dat er niemand op een telefoon zit te kijken. Waar maak je dat nog mee. Ik moet hem toch even gebruiken om een foto te nemen. We bestellen een glas witte wijn en een glas droge sherry. Flink gevuld en we hebben alle tijd om alles op ons in te laten werken. Bij het afrekenen is het even schrikken. Versta ik het goed? Ja, het is € 2,40.

Huiskamer

Als we in de camper zitten komt er nog even een auto naast ons staan met keiharde muziek maar als we naar bed gaan en het licht uit doen verdwijnt hij ook weer in de nacht.

Uitstekende locatie om te overnachten als je dit mooie mijn gebied bezoekt.

Vandaag om half twaalf vertrekt de trein door het mijngebied. Het is weekend en dat is te merken. Drie grote bussen lossen hun inhoud. Allemaal druk en hard pratende Spanjaarden. Ik heb mijn gehoorversterkers hier niet nodig. Wij hebben een plaats op de achterste rij van het laatste rijtuig. Handig om te filmen vanaf het balkonnetje. De rit is de moeite waard, wat een kleuren maar het is wel dubbel want wat hier aan milieu schade is aangericht is enorm.

Om 1 uur zijn we terug en wij rijden nog een klein stukje naar Calañas waar we aan een gezellige esplanade staan met in het midden een muziektent. Kinderen met fietsjes, rollerskates en de ouders op het terras dat natuurlijk ook niet ontbreekt.

Voor ons de laatste nacht in Spanje.