Hoofdstuk 14

Hoofdstuk 14.

Het zou kunnen door de onrustige nacht, niet een, maar meerdere snurkers en piepbedden,  iedereen is vroeg uit de veren. Rugzakken worden gepakt en men vertrekt. Ook de stille man die gisteren uit een andere richting kwam is al weg. Hugh en ik sluiten de boel af en gaan als laatsten op pad. Het is een verwarrend begin. Er wordt hier een snelweg gebouwd en we moeten hele stukken omlopen om weer op de goede weg te komen. Het is niet prettig lopen op de steentjes en stenen die als ondergrond voor de snelweg bedoeld zijn.

In de verte zien we de eerste pelgrims al weer lopen. Ons tempo is hoog en we halen er een paar in. Zo komen we ook langs de stille man die staat te puffen langs de weg. Lukt het? vraag ik, maar ik krijg geen antwoord. Het lijkt wel of hij mij  niet begrijpt. Hij wijst alleen maar vooruit, zo van ga maar door. Dat doen we dan ook.

Na 18 km komen we in Salas. Het is zondag en er is een processie. Eerste communie. In de RK kerk een feestelijke gebeurtenis. Kinderen in de leeftijd van 6-7 jaar mogen in de mis voor het eerst ter communie, ze krijgen ook de eerste keer de hosti (bleef altijd aan mijn gehemelte vast plakken) in de mond. Voorafgaand aan dit ritueel gaan de kinderen ook voor het eerst biechten. Hier in Spanje is het een echt groot feest. Je hebt speciale winkels waar je de kleding kunt kopen die ze moeten dragen. De meisjes als een soort bruidje en de jongens hebben een mini militair pak aan, compleet met koperen knopen. Hier komen we dus in terecht. Super druk. Alle kroegen zijn bijna gereserveerd voor de feesten die de families dan geven.

Wij vinden toch een plekje om wat te eten en te drinken. Het is hier ook druk maar wie zit daar aan de bar met een groot glas bier voor zich? De stille man, die we zo’n drie uur geleden gepasseerd zijn en die daar stond te hijgen. Een wonder op de feestelijke eerste communiedag? Nou nee, ik denk zomaar een taxi.

Vanaf de Spaanse grens heb ik alweer 448 km gelopen

Wij moeten nog 7,5 km door naar de alberque die we uitgezocht hebben. In het boekje staat: 21 bedden over drie kamers en er wordt gekookt en je kunt er ontbijten.

Het is nog wel een stevige klim, de alberque ligt weer op het hoogste punt, 635 m. Bijna iedereen van gisteren is er al, alleen de stille man niet en die zal ook niet komen. We worden ontvangen door een jonge Zwitserse hospitalero. De alberque is van zijn oom en hij blijft hier twee maanden om te hospitaleren. Er is ook een oudere man met veel ervaring en die kookt. We kunnen lekker een wasje draaien in de machine en dat is geen overbodige luxe. Alles wordt buiten opgehangen. Ik slaap boven op een soort overloop en gelukkig snurkt de Italiaan beneden, niet verkeerd.

Het is hier echt gezellig, we eten aan lange tafels. Uiteraard weer pasta, dat is voor zo’n groep het best te doen en met al die km die we lopen ook niet verkeerd.

Het Spaanse groepje jonge mensen begint te zingen en een van hen, een maatschappelijk werker uit Barcelona, stelt voor dat we allemaal iets uit ons eigen land of streek zingen. De Italiaan kan niet alleen snurken maar zeker ook prachtig zingen. Hij zingt iets uit een Opera en Pavarotti is er niets bij. Dit is moeilijk te overtreffen. Er is een stel uit het Baskenland die zingen een Baskvolkslied. Vier mensen uit Andalusië, ook iets in hun eigen taal. De twee Poolse vrouwen een duet en ja wat moet ik dan zingen. Het wordt tulpen uit Amsterdam. Niet helemaal onbekend.

Het unieke van deze situatie is dat je niets merkt van de verschillen die er zeker zijn in Spanje. De Catalanen, Andalusiërs en Basken gaan heel broederlijk met elkaar om en zingen zelfs nog samen een bekend Spaans nummer.

De avond vliegt voorbij en dan komt de vraag, hoe laat willen jullie op. Normaal staat iedereen op zijn eigen tijd op maar hier moeten we samen beslissen, hoe laat. Het wordt zeven uur. Voor die tijd mag er niemand uit zijn bed. De was hangt nog steeds buiten en het regent. Morgen is echt alles droog zegt de hospitalero, het zal wel en anders maar aan de rugzak hangen met de veiligheidsspelden die ik bij me heb.

Ik schrik wakker van een harde bel, nee hè, het is al zeven uur. Opstaan. Beneden ligt de was op een grote hoop nog warm van de droogtrommel. Uitzoeken maar.

Potten koffie en tostado’s op de tafels, we worden hier verwend. Zo heb ik het nog niet meegemaakt. Dit alles op donativo basis, je geeft wat je kunt missen en wat het je waard is. We zijn blij dat we gisteren niet al in Sallas gestopt zijn.

Dat groene shirt links is van mij. 2010 en ik draag het nog

(Deze tocht liep ik in 2010 en ben er nu een e-book over aan het schrijven. Ik plaats iedere week een hoofdstuk)

5 Comments on “Hoofdstuk 14

  1. Leuk , een keer zo’n uitspringen bij het “nachtverblijf”. Wel heel bijzonder dar ook weer dat mensen dat soort dingen doen om het de pelgrims makkelijk te maken want voor de verdiensten wordt het blijkbaar niet gedaan.

    Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: