Kan er nog meer stuk aan een voet


Hoofdstuk 3

In 2010 liep ik van ede naar Santiago de Compostela

Mijn belevenissen heb ik beschreven en plaats deze hier in delen.

Kan er nog meer stuk aan een voet

Na het zwarte drab avontuur loop ik weer gezellig verder. Mijn schoenen zijn nog niet helemaal droog maar het lijkt best te gaan. Spierpijn en de eerste blaar heb ik al doorgeprikt. Maar niet klagen dat hoort er nu eenmaal bij. Ik geniet van van het prille voorjaar en het hier mogen lopen. Door mijn gebrekkige Frans en het feit dat “de Fransen” geen Engels willen of kunnen spreken maak ik niet erg veel contact.

Ik loop per dag zo tussen de 25 en 30 km, goed te doen. Na zo’n tien dagen wordt het lopen toch wat meer strompelen. Als ik mijn sokken uittrek zie ik meer pleisters dan naakte voet. Tape op mijn hiel en wreef. De lage schoenen blijken toch niet echt bij mij te passen. Om mijn voeten wat rust te geven las ik een rustdag in. Ik ben inmiddels in St Valery sur Somme. Een historisch stadje. Ik logeer in een B&B en slaap heerlijk. Mijn rustdag gebruik ik om toerist te spelen. Heerlijk slenteren zonder dat gesjouw met die rugzak. Er loopt een toeristisch stoomtreintje om de baai van de Somme heen naar Le Crotoy en ja hoor ik neem een retourtje met deze stoomtrein.

De volgende morgen moet ik mij er echt toe zetten om weer op pad te gaan. Alle blaren weer doorgeprikt, ingesmeerd met zalf en flink in de tape. Mijn schema is om toch wel iedere dag 25 km te lopen maar op deze manier met deze voeten gaat dat niet lukken. Plan B wordt in werking gezet. Ik laat mijn lekker ingelopen Hanwags overkomen en stuur deze lage schoenen terug. Nog een weekje volhouden.

Pijn went vooral als je leuke dingen meemaakt.  Ik kom door een iets groter dan een klein dorpje en er komt een man mij tegemoet. Het blijkt de burgemeester te zijn. Hij is ook naar Santiago de Compostela gelopen en is zeer enthousiast. Ik moet mee naar het gemeentehuis, het is zondag en  dus gesloten. Hij heeft natuurlijk de sleutel en eenmaal binnen komen de verhalen los. Ik krijg te drinken en wat te eten en hij moet ook zijn gemeente stempel in mijn pelgrimspaspoort zetten. Het is jammer dat het nog vroeg is anders had ik daar mooi kunnen slapen.

En dan is daar Le Treport. Een stad met een Église Saint Jacques. Eindelijk eens goedkoop slapen denk ik. Naast de kerk is een zaaltje waar een paar nonnen aan het werk zijn. Kan ik hier ergens slapen? Nou dat weten ze niet, ik moet het maar even proberen bij de pastorie. Grote pastorie die bij zo’n grote kerk hoort. Ik bel aan en er gebeurt niets. Nog een keer bellen en dan gaat de deur open. In de deuropening staat een priester van, hoe moet je dat tegenwoordig ook al weer zeggen, van Afrikaanse afkomst. Zijn witte priester boordje steekt goed af. Wat ik kom doen? Ik ben pelgrim, ben op weg naar SdC en zoek een slaapplaats. Of ik een oneerbaar voorstel doe zo kijkt hij mij aan. Hij heeft nog nooit van Santiago de Compostela gehoord. Ik laat mijn pelgrimspaspoort zien waarop ook in het Frans uitleg op staat maar nog begrijpt hij het niet. De pastoor, zijn baas dus eigenlijk,  is in Parijs, kom maar terug als hij er weer is. De deur wordt voor mij gesloten. Weer op zoek naar een betaalbaar hostel. Dat is wel een voordeel in Frankrijk, er zijn genoeg goedkope hotelletjes. 

Nu heb ik nog geen stempel in mijn pelgrimspaspoort. Het is acht uur en ik wil weer gaan lopen maar eerst toch die stempel. Ik bel weer aan bij de pastorie en nog eens en nog eens, dan gaat er boven een raam open en kijkt mijn Afrikaanse  vriend op mij neer gekleed in een spierwit hemd. Ik wijs op mijn pelgrimspaspoort en maak een stempel gebaar.Hij doet het raam dicht. Gestommel en daar maakt hij zuchtend de deur open. Ik mag zowaar mee naar binnen en krijg zonder een woord te zeggen een stempel. Dat was Le Treport.

Mijn schoenen die vanuit Nederland moeten komen zijn er nog steeds niet maar ik moet toch verder. De route vandaag loopt niet langs de kust maar gaat over lange rechte landwegen. Geen leuke koffietentjes en de dorpjes waar ik doorheen kom lijken wel uitgestorven. Mijn brandertje doet goed dienst. Ik kan zelf water koken voor een pijpje oploskoffie. Hoe verslavend kan koffie zijn. Na een paar uur lopen ruik ik gewoon koffie. 

Mijn voeten doen nu echt pijn en de lange rechte saaie wegen lijken steeds langer te worden. Ik wil niet meer, ik wil naar huis. Dit is niet wat ik mij er van voorstelde. Ik heb zoveel positieve verhalen gelezen over de camino. Zijn dat allemaal supermensen? Maar ik kan niet stoppen, een van de redenen waarom ik de camino loop is mijn vader zaliger. Hij had altijd opmerkingen tegen mij zoals “dat lukt je toch niet of dat kun jij toch niet”. Nu had hij wel een beetje gelijk, ik begin meestal erg enthousiast ergens aan maar maak niet vaak het ook werkelijk af en nu wil ik toch bewijzen dat ik dit wel degelijk afmaak. Mijn doel is SdC te bereiken. Toen wist ik nog niet dat SdC niet het doel is maar dat mijn weg het doel is. Maar dit terzijde. 

Zo alles overdenkende en door mijn gestrompel zie ik het even niet meer zitten. Maar dan gebeurt er iets dat ik nog steeds niet kan verklaren. Ik loop langs weilanden en daar net naast een heg ligt een hele berg met jacobsschelpen. Hoe komen die hier nu verzeild. Is dit een teken? Ik blijf een tijdje staan en voel mijn energie terugkomen. De laatste zes km naar mijn overnachtingsplaats lijkt het alsof ik word gedragen. Helaas heb ik geen foto van deze berg met schelpen maar dat is weer een ander verhaal.

Wordt vervolgd

3 Comments on “Kan er nog meer stuk aan een voet

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: