W300, de schrijfuitdaging van Geesje. Schrijf een verhaal van precies 300 woorden, deze keer met als onderwerp “onrust” maar dat woord mag niet gebruikt worden.

Het land lijkt opgedeeld in twee kleuren die elkaar niet meer raken. Links roept dat rechts gevaarlijk is, rechts schreeuwt dat links gek is geworden. Tussen die twee uitersten probeert de middenweg te ademen, maar daar is de lucht dun geworden.

Iedereen heeft een mening, en niemand luistert. Het gesprek is veranderd in een wedstrijd wie het hardst kan roepen. Sociale media draaien overuren. Iedereen heeft gelijk, vooral jijzelf . Op FB en X wordt, meestal anoniem, gescholden, verwenst en politici krijgen de meest weerzinwekkende verwensingen naar hun hoofd geslingerd.

De talkshows vullen zich met glimlachende gezichten die beloven dat zij het anders zullen doen. Ze zeggen wat mensen willen horen, niet wat ze moeten weten. Waarheid is rekbaar geworden, als kauwgom onder een schoenzool.

In de straten hoor je zinnen die vroeger ondenkbaar waren. De lontjes zijn kort. Een verkeerde opmerking, en het vlamt. Vriendschappen lopen stuk, verdeeldheid bij hechte families.

De verkiezingen komen eraan. De straten hangen vol gezichten die meer op logo’s lijken dan op mensen. Achter elk affiche schuilt wantrouwen. Ze doen het toch allemaal voor zichzelf, zegt iemand bij de bakker. Het zijn allemaal zakkenvullers, hoor je op de markt.

Er wordt veel gesproken over vrijheid, maar wat men bedoelt is ruimte voor het eigen gelijk. Over solidariteit, maar alleen met wie hetzelfde denkt. Over verandering, maar dan zonder pijn.

’s Avonds, thuis, schakelt iemand de televisie uit. De stilte is luid. Hij ziet zijn spiegelbeeld in het zwarte scherm en vraagt zich af of hij nog weet wat hij eigenlijk gelooft.

Buiten trekt de wind langs de huizen. Posters wapperen. In een raam brandt een enkel licht. Daar zit iemand met een pen, die probeert woorden te vinden voor een land dat zichzelf kwijt is.

Woensdag telt iedere stem, laat die van jou spreken.