101 woorden over ‘snurken’, zonder dat woord te gebruiken, een schrijfopdracht van Geesje.

Met veertien kilo op m’n rug sjok ik met Hugh, mijn Australische camino-buddy, richting Oviedo. We zien twee Italianen in de berm wroeten. Truffelmaffia? Nee hoor: cantharellen. We plukken mee en die avond koken we als ware Michelin-pelgrims. Rood wijntje erbij. De slaapzaal telt acht stapelbedden. Ik in het bed boven Mario. Slaap. Rust. Tot mijn bed begint te dansen als een Spaanse flamenco. Dan dat geluid… een soort accordeon met een psychedelic sound. Ligt het aan de paddo’s en de drank. Maar nee: Mario’s mond staat open. Volgende keer?  Zelfs niet meer in de buurt van Mario proberen te slapen.