Je hebt echte parels en gecultiveerde parels. De echte zijn er niet zoveel van. Van de gecultiveerde genoeg. Ooit was Saint-Sirq -Lapopie een parel. Het dorp kleeft als een adelaarsnest tegen de rotsen en ademt nog altijd de middeleeuwen en dat is geen toeval. De geschiedenis van Saint-Cirq-Lapopie gaat ver terug tot de Romeinse tijd, maar zijn grote bloei beleefde het in de middeleeuwen.

Godsdienst maakt meer kapot dan je lief is en zo ook hier. In de 16e eeuw raakte het dorp betrokken bij de godsdienstoorlogen tussen katholieken en protestanten. Zoals veel dorpen in de regio werd Saint-Cirq getroffen door geweld en economische neergang. Op zijn dieptepunt werd SCL opnieuw ontdekt. In de 19e en 20e eeuw trokken kunstenaars en schrijvers naar Saint-Cirq, aangetrokken door de ongerepte schoonheid en het mystieke licht van de Lot-vallei. De bekendste onder hen was de Franse dichter en surrealist André Breton, die zich er in 1950 vestigde. Hij noemde Saint-Cirq “een absolute droom die zijn plaats heeft gevonden op aarde.

Mede door André Breton vinden steeds meer mensen de weg naar het mooie dorp. Wat eens een echte parel was is nu een gecultiveerde parel. Overgenomen door de commercie. Het blijft een mooi dorp maar je moet er niet komen op bv Hemelvaartsdag. Bussen vol kijklustigen, hele families en ik op mijn fietsje vanaf de camping die prachtig aan de Lot ligt. 

Het dorp is zeker de moeite waard om te bezoeken maar dan het liefst op een doordeweekse dag.