De onderwereld

Feuilleton, aflevering 29

Door de draad en het duister

Als twee kreupele schildpadden liepen Tessa en Pokidor verslagen naar hun knusse huisje. Bijna een maan hadden ze geleefd zoals Adam en Eva in het begin zich in het paradijs voelde. Onbezorgd en genietend van elkaar. Nu als in een zucht is dat onbezorgde voorbij en moeten ze vluchten naar de diepte van de planeet.

Sorry, lekkere Roodkop van me dat ik mij daarnet zo liet gaan. Toen ik jou niet kon vinden raakte ik helemaal in paniek. Al die roodkop vrouwen die mij er op aankijken dat ik je van hen heb afgenomen. Als jij er niet bent voel ik mij zo alleen. Ik hou van je maar het is niet goed om hier beneden te zijn. Ik weet zeker dat Francine, mijn vriendin, slapeloze nachten heeft van het piekeren waar ik dan wel gebleven ben. Ik was weer eens veel te impulsief. Nu kan ik niet naar boven, wat moeten we nu?

Tes, liefste. We gaan dit redden. Beneden in mijn laboratorium waar ik ook dat drankje voor ons heb gemaakt moet het mij lukken om iets te fabriceren om die poortwachters uit te schakelen. Het is een moeilijke weg naar beneden met veel hindernissen. Het laboratorium werd al gebruikt door mijn voorvaderen. Mijn overgrootvader zijn levenstaak was om een plek te vinden waar hij ongestoord kon werken aan elixers om de gezondheid en levensvreugde van zijn geliefde volk te waarborgen. Zoals ik al zei hebben wij een heel lang leven. Mijn overgrootvader leefde 633 jaar. Iedere keer vonden mijn voorouders weer een elixer die ons leven verlengde. Ik ben nu bezig met een capsule die ons onsterfelijk maakt. Maar dat is allemaal niet belangrijk meer. We moeten nu iets vinden om die poortwachters uit te schakelen.

In het huisje vulden ze de rugzakken en gingen op pad. Door een soort doolhof liepen ze naar de opening van een donkere grot. De wanden waren bekleed met kleverige draden als van een spinnenweb. De grond was glibberig en ze moesten oppassen niet te vallen. Helemaal achterin was een kleine opening met een steile trap naar beneden.

Je moet achterstevoren die trap af, Tes het zijn hele smalle treetjes en je hebt geen houvast. Het was een hels karwei om deze doorgang te maken. Ik zal voorgaan. Voetje voor voetje, treetje voor treetje ging het naar beneden. De trap gemaakt van oude boomwortels kraakte en steunde bij iedere stap. Het einde van de trap stond in het water.

Het water staat hoog we moeten een paar treden erboven op de rotsen springen. Die kunnen glad zijn van het water dus oppassen. Net voor het water sprong Pokodor op de rotsen. Met haar getrainde lichaam was het geen enkele moeite voor Tessa om van de trap te springen.

We zijn er nog niet. We lopen onder die waterval door en komen dan in de ruimte waar ik werk en contact heb met mijn voorvaderen. De grot liep langzaam af naar beneden en werd steeds smaller.

Waar breng je mij naartoe? Hier kun je toch niet werken?

We zijn er bijna, het wordt nog smaller. Daar, zie je dat licht? Daar is een doorgang waar we net doorheen kunnen en komen dan in een grote verlichte ruimte. Ze wurmden zich door de doorgang en op dat moment hoorden ze een harde holle stem.