Feuilleton, aflevering 17

Het appartement begint te trillen

In de deuropening van de badkamer stond een man. Hij was lang, slank en droeg een lange, donkere jas. Op zijn hoofd een zwarte hoed zodat het leek of hij zo uit een gansterfilm gestapt was. Ik zou daar niet te lang blijven staan, zei hij kalm. Zijn stem was laag, beheerst. Sommige dingen kijken terug als je te lang in de spiegel staart.

Francine voelde een koude rilling over haar rug lopen. Ze balde haar vuisten. Wie ben jij? Wat doe je in dit appartement?

De man sloot de deur achter zich, alsof hij niet wilde dat iemand hen hoorde. Ik ben hier om dezelfde reden als jij.

Dat lijkt me sterk, beet Francine hem toe. Ik ben hier om mijn vriendin te vinden.

Zijn mondhoeken trokken iets omhoog in een onheilspellende grimas. Precies.

 Francine haar spieren leken op spanbanden die te hard zijn aangetrokken. Ze was hier alleen met een onbekende man. Ze keek om zich heen of er iets was waarmee ze zich kon verdedigen. Die fles shampoo zal geen indruk maken. Wat weet jij van Tessa? vroeg ze scherp.

De man keek haar even zwijgend aan, alsof hij een inschatting maakte. Toen haalde hij langzaam een klein, oud stuk papier uit zijn jaszak en reikte het haar aan.

Francine aarzelde, maar pakte het toch. Het voelde droog en broos aan, alsof het eeuwenoud was. Op het papier stonden vreemde symbolen. Symbolen die ze niet herkende.

Ze keek hem strak aan. Wat heeft dit te betekenen?

De man leunde tegen de deurpost. Het betekent dat je vriendin in groot gevaar is. En als jij haar wilt vinden, zul je me moeten vertrouwen. En moeten we samenwerken.

Francine voelde haar vingers om het papier klemmen. Ze voelde haar maag samentrekken, kon ze hem vertrouwen? Maar ze had geen keuze. Tessa was verdwenen en deze man leek de enige te zijn die haar kon helpen vinden.

Hij stak zijn hand naar haar uit. Mijn naam is Lior. En ik denk te weten waar de poort is waardoor ze is verdwenen.

Duizenden gedachtes flitsten door haar hoofd. Wie is deze man en waarom zou ik hem vertrouwen. Francine keek naar de uitgestoken hand van Lior, maar ze pakte hem niet aan. Nog niet. Waar is die poort? vroeg ze scherp. En waarom zou ik jou vertrouwen?

Lior trok zijn hand langzaam terug. Dat zijn twee vragen. De eerste kan ik niet zomaar beantwoorden en de tweede….als je haar wilt vinden zal je wel moeten. De poort is geen plek die je zomaar kunt vinden. Het is een overgang. Een dunne scheiding tussen onze wereld en die van hen. Maar alleen degenen die uitverkoren zijn kunnen hem zien.

Hen? Wie zijn hen en wie zijn uitverkoren? Je praat voor mij in raadsels.

Lior haalde langzaam een klein, zwart doosje uit zijn binnenzak en opende het. Binnenin lag een klein flesje, de vloeistof erin was zilverkleurig, maar met een roodachtige gloed die leek te pulseren als aderen onder de huid. Deze vloeistof opent een deur naar een andere wereld, zei hij. Niet letterlijk, maar figuurlijk. Je moet het meenemen naar een plek die jij associeert met Tessa’s onderzoek. Daar zul je begrijpen wat de volgende stap is en of er wel een volgende stap voor jou is.

Ze voelde een steek van frustratie. Dit was geen tijd voor raadsels. Maar voor ze iets kon zeggen, veranderde de sfeer in het appartement.

Een zachte trilling ging door de vloer, nauwelijks merkbaar, maar genoeg om de lege oesterschelpen op tafel een fractie te laten bewegen. Een seconde later voelde Francine iets — een aanwezigheid.

Lior werd onmiddellijk alert. Hij draaide zich om en staarde naar de deur, zijn spieren gespannen als een roofdier dat onraad rook. Het is hier, fluisterde hij.

Francine wilde vragen wat is hier, maar toen hoorde ze het. Een langgerekte, schrapende beweging in de gang. Alsof iets zwaars langs de muur schoof, maar zonder voetstappen. Het geluid kroop onder haar huid.

Lior wierp een snelle blik naar de deur en vloekte zacht. Iets wil niet dat jij deze zoektocht voortzet. De deurklink bewoog. Geen kloppen. Geen stemmen. Alleen het geruis van metaal dat langzaam omlaag ging.

De deurklink bewoog langzaam omlaag. Geen waarschuwing. Alleen die ijzige stilte waarin de dreiging zich opbouwde. Lior keek haar strak aan. Dit wordt niet aangenaam.

Francine slikte en bleef doodstil staan. Haar instinct schreeuwde dat ze moest vluchten, maar ze kon geen kant op. Had dit iets met de verdwijning van Tessa te maken?

De deur ging open.