Iedere maand verzint Geesje een woord waar een verhaal van precies 300 woorden mee gemaakt moet worden. Het betreffende woord mag er niet in voorkomen. deze maand is het woord “permanent”.

De slagboom opende met een piepend geluid. Drie politiewagens reden geruisloos het terrein op, met gedoofde lampen. Het was even na zonsopkomst, de sluiermist laag tussen de dennen. Camping El Sol leek nog te slapen, maar brigadier De Vries wist beter.

Sector C eerst, fluisterde hij in zijn porto. Houd het stil.

Er was al wat bedrijvigheid op de camping. Kinderen maakten zich klaar om aan de schooldag te beginnen. Mannen die naar hun werk gingen keken verschrikt op. Dit waren geen vakantiegangers, geen weekendgasten.  Huizen met gordijntjes, brievenbussen, zelfs satellietschotels. Het leek een dorp, geen camping.

Hier woont gewoon iedereen, mompelde De Vries.

Bij een donkerbruin chalet bonkten ze op de deur. Een vrouw van in de zestig opende gekleed in een vale wat eens wijnrode duster was, de deur. In haar hand een mok koffie, achter haar een zenuwachtig  blaffend kuttenlikkertje. Uit de mega tv met als beeld een openhaardvuur en het geluid op standje kermis, klonk Corrie en de Rekels met, huilen is voor jou te laat.

Mevrouw, dit is een controle op basis van de gemeentewet. U verblijft hier langer dan toegestaan.

Ze kneep haar ogen samen. Ik woon hier al vijf jaar. Ik heb het rech om hier te wonen. Heb u dan een huisie voor me? Nee nou wor je stil hé. Ga boeve vange.

Dat is precies ook wat we aan het doen zijn. Er zijn de laatste tijd klachten over deze camping dat er veel criminele activiteiten plaats vinden. Daarom bezoeken we ieder chalet.

Dus je zeg dat ik crineel ben? Zie ik er zo uit? Kijk me tuintje eens en me ramen schoon gewasse.

Nee mevrouwtje dat zeg ik niet, we controleren alleen maar en gaan bekijken hoeveel dagen per jaar u hier de nachten door brengt.

Krijg allemaal de kolere.