De zon schijnt maar de noordenwind blaast hard en maakt het behoorlijk guur. Na het bezoek aan het kasteel rijden we over de N103 naar Chavez.

We parkeren midden in het centrum.

Chavez is een oude stad gesticht alweer door die Romeinen en heette toen, Aquae Flaviae. Ook toen waren er al thermale baden waar de stad ook nu nog beroemd om is. Een van de bewaard gebleven Romeinse bouwsels is de Ponte de Trajano, de bogenbrug over de rivier de Tamega.

De stad oogt nu wat verloederd met veel leegstaande vervallen panden. Eigenlijk alleen de brug en het Castelo de Chavez zijn een bezoek waard.

We eten wel heerlijk in een klein restaurant waar de eigenaar in zijn eentje alles doet. Bedienen maar ook koken. Hij spreekt ook wat Engels wat het wel wat gemakkelijker maakt.

 We rijden door naar Vila Pouca de Aguiar en nemen onze plaats in naast een sporthal. Het is vijf uur en die gaat net open. Eens kijken of we hier morgen kunnen douchen. De vrouw achter de balie maakt ons duidelijk dat het morgen ook pas na vijven kan maar nu op dit moment is uitstekend. We halen de toiletspullen en Marina, zo heet de vrouw, brengt ons naar een tweepersoons doucheruimte. We krijgen de sleutel en badderen heerlijk onder de twee koppige douche. We zijn weer fris en fruitig.

Marina wil van geen betaling weten. Ik breng haar later een pakje stroopwafels. Dat waardeert ze enorm en samen zingen we nog even het nummer Marina.

Wat een leuke ontmoetingen heb je toch regelmatig.