Een schrijfuitdaging van Geesje. De bedoeling is dat je een verhaal in precies 300 woorden schrijft zonder het gegeven woord te gebruiken.

Het woord is paradijs


Met elke stap langs het smalle uitgesleten pad voelen ze de diepte onder zich. De zeewind blaast hard in hun gezicht en de golven slaan 100 meter lager tegen de rotsen. Waar breng je mij naartoe schat, vraagt de vrouw. Ik vind dit doodeng. Vertrouw mij nou maar. Ik weet zeker dat er beneden een prachtig plekje is waar we helemaal alleen zullen zijn. Ik ben hier een jaar of dertig geleden ook geweest en zal de plek nooit vergeten.

De man draagt met zijn ene hand een grote picknickmand en zijn andere omstrengelt de hand van de vrouw. Beiden hebben een grote rugzak op hun rug. Stap voor stap dalen ze voorzichtig af, soms even zittend om op hun billen naar beneden te glijden. Ze zijn niet de jongsten meer. Heel romantisch hebben ze elkaar ontmoet via een datingsite voor 50 plussers. Bestaat dat? Liefde op het eerste gezicht. Het lijkt of ze nu gevonden hebben waar ze hun hele leven naar zochten. Elkaar, geestverwanten.

Op handen en voeten kruipen ze onder een soort boog heen en dan ligt er voor ze een beschut strandje aan een kleine baai. Tegen de rotsen staat een rij met palmbomen. Steltlopertjes huppelen aan de vloedlijn en in de zee springen dolfijnen. Over de wangen van de vrouw stromen de  tranen rijkelijk. Wat is dit prachtig, ik zou hier wel eeuwig willen blijven. Ze gooien hun rugzakken op het zand en gaan op in een innige omhelzing waaraan geen einde lijkt te komen.

Hier blijven we een paar dagen, uit zijn rugzak komt een tarp om uit de zon te zitten en onder te slapen. Naakt rennen ze het verkoelende water in. Stoeien, lachen en huilen van geluk.

Zo moeten Adam en Eva zich gevoeld hebben voordat ze van die rottige appel aten.