Precies vierhonderd jaar voor ik geboren werd kwam er in het hart van Zutphen een gebouw gereed dat men “Dat Bolwerck” noemde. Het gebouw werd omsloten door de stadsmuur en de Drogenapstoren. Op de plek stond eerst de dwangburcht dat in de volksmond Dat Bolwerck werd genoemd. De eigenaar was de hertog Van Gelre maar dat was niet zo’n lekkertje. De Zutphenaren waren niet zomaar boos, ze waren woedend. In 1538 bestormden ze het pand en maakte het met de grond gelijk.

Een paar jaar later was het rentmeester Warnickhoff die op dezelfde plek zijn woonhuis bouwde en dat als, Dat Bolwerck, doopte. In de loop der jaren kreeg het pand verschillende invullingen. Soms lagen de zolders vol met graan en een andere keer de kelders vol met wijn. Je moet toch wat om een pand in stand te houden. Het pand verloederde en in 1938 waren het twee burgers die geld inzamelden (ja toen ook al) om het pand te redden van de ondergang.

In 2014 kreeg het een openbare bestemming en het is nu vrij toegankelijk. Achter het pand is een openbare stadstuin. dit is nog de oorspronkelijke tuin van het huis.

Achterkant Dat Bolwerck
Drogenapstoren
Zicht op
Kunst in de oude muur

En zo ontdekte ik weer een voor mij nieuw plekje in Zutphen. De vorige keer dat ik hier geweest ben was het zaterdag en markt. Ik heb daar toen een blogje Klik over geschreven. Het gaat over SNOEP.