We hebben geen zin om nog langer te wachten op de verlossende woorden van de ijsmeester, de Elfstedentocht kan door gaan. We gaan de route niet over het ijs per schaats doen maar over de weg met de camper. In mijn mailbox vind ik een mailtje van de NKC dat je voor bijna een tientje de route kunt kopen. Dat doe ik dan ook en we gaan op pad. De Elfstedentocht begint officieel is Leeuwarden maar je kunt hem in ieder elfstedenstadje beginnen.

Wij starten in Bolsward. Een goede plek om de camper neer te zetten is de stadscamping. We worden verwelkomd door Arie. Hij beheert met z’n 88 jaar de camping. Voor 15 euro per dag heb je hier alles, douches, toiletten met wc-papier, stroom en goede wifi. Complimenten voor Bolsward. De camping ligt op een paar honderd meter van het oude centrum.

De eerste wandelstop is de Broerekerk met daarvoor de fontein De Vleermuis. De Broerekerk is een kloosterkerk van de minderbroeders. Het beviel ze waarschijnlijk niet zo op deze plek want in 1580 liep het klooster leeg maar de kerk bleef staan. In 1980 brak er brand uit en daardoor ging de toren verloren. De kerk werd een ruïne. Maar niet getreurd een Fries geeft de moed niet snel op en men bouwde er een glazen dak op en zo kan de kerk weer gebruikt worden voor allerlei maatschappelijke functies. De fontein voor de Broerekerk is gebaseerd op waterspuwers. Die moesten voorkomen dat hemelwater, lees ordinaire regen, kathedralen aantastte. Ook was het om boze krachten te weerstaan. De fontein is ontworpen door Johan Creten. Over de rug van de vleermuis is een trappetje. Die kun je beklimmen en zo je eigen angsten overwinnen. Voor jou een vraag en voor mij een weet, zou ik het gedaan hebben?

Bij de plaatselijke VVV in het voormalig stadhuis halen we een stempelkaart en laten de eerste stempel zetten.

Een heel bijzondere kerk is de Sint Franciscuskerk. Het heeft prachtige gewelven. Ben je in Bolsward dan moet je natuurlijk een bezoekje brengen aan de firma Sonnema van de Berenburg. Na een stukje lopen vinden we Sonnema maar het proeflokaal is voorlopig gesloten. Teleurgesteld lopen we terug naar het centrum en ploffen neer op het terras van de stadsherberg. Een lentebok is ook niet verkeerd. We lezen het boekje van de tocht nog eens door en ping….. Hier bij de stadsherberg krijg je op vertoon van je stempelkaart ieder een flesje berenburg. Zo eindigt deze eerste elfstedendag, die toch al niet meer stuk kon met een glimlach op ons gezicht.

 

Onze tweede stad is Harlingen. In het Fries heet de stad Harns. Al in 1234 kreeg het stadsrechten. Harlingen groeide sterk door zijn ligging aan de zee. In vroeger tijden lag de stad een stuk westelijker maar de zee sloeg regelmatig stukken weg. In de stad zijn nog veel historische gebouwen. En een museum, het Hannemahuis, waar veel te zien is van de geschiedenis van deze al oude stad. In dit museum bevindt zich ook een kamer met alle boeken die Simon Vestdijk heeft geschreven en staat zijn oude typemachine. Hij is hier geboren en woonde hier schuin tegenover boven een sigarenzaak. De naam Vestdijk is ontstaan omdat grootvader in 1830 door zijn moeder te vondeling was gelegd. Een arbeider van de brouwerij vond de baby op de hoek van de Haarlemse Korte Dijk en de Papetorenvest, zo werd het dus VestDijk. We maken een stadsrondwandeling van ongeveer 5 km en halen natuurlijk onze stempel bij de plaatselijke VVV. Harlingen heeft de grootste bruine vloot van Nederland in zijn wateren liggen. Indrukwekkend. De route brengt je ook bij een van de elfstedenfonteinen. Hier heeft hij de vorm van een bruinvis. Hij bevindt zich in de haven en je kunt er met een bootje naartoe maar wij bekijken hem op een afstand en zien hem een keer water spuwen.

We blijven niet in Harlingen, we rijden naar een nieuwe camperplaats in Menaam/Menaldum. De campercontactcode is:107695. 15 euro inclusief, water, stroom, douchen en toilet. Uitstekend. Na Harlingen is Franeker aan de beurt.

Franeker is een stad met een rijke geschiedenis die teruggaat tot de middeleeuwen. De stad werd voor het eerst genoemd in geschriften uit de 9e eeuw en groeide al snel uit tot een belangrijk handelscentrum in Friesland. In de 15e en 16e eeuw bloeide Franeker op dankzij de handel en de aanwezigheid van de Universiteit van Franeker, die in 1585 werd opgericht en daarmee de op één na oudste universiteit van Nederland is.

In de Gouden Eeuw was Franeker een welvarende stad met een bloeiende economie en een levendige culturele scene. De stad was bekend om zijn kaatswedstrijden, waarbij teams van jonge mannen tegen elkaar streden op het kaatsveld. Ook de Franeker Academie, onderdeel van de universiteit, trok studenten en wetenschappers vanuit heel Europa aan.

In de 19e en 20e eeuw verloor Franeker langzaam zijn positie als handelscentrum, maar de stad wist zijn historische charme en karakter te behouden. Tegenwoordig staat Franeker bekend om zijn prachtige grachten, historische gebouwen en gezellige sfeer. Een must is een bezoek aan het Eise Eisinga Planetarium, een uniek planetarium dat nog steeds in werking is. Het is heel indrukwekkend wat deze van beroep wolkammer in zijn huiskamer bouwde.

Met een wandeling door de schilderachtige straatjes van de stad waan je je al snel een paar eeuwen terug.Wij beginnen onze wandeling natuurlijk bij de fontein, de Oortwolk is een ode aan de astronoom Jan Hendrik Oord. Een van geboorte Franeker die aannam dat er rondom ons zonnestelsel een “wolk” van miljarden komeetachtige objecten beweegt. Ook deze fontein was niet in werking.

Wij lopen langs alle bezienswaardigheden en bezoeken het Planetarium. Ben je hier een hele dag dan kun je nog bezoeken:

  • Museum Martema
  • Kaatsmuseum
  • Een kaatswedstrijd bijwonen
  • Een bootje huren en de Kleiroute varen
  • Loskop eten. Dit is een Franeker specialiteit van de bakkers. Hazelnootschuimgebak.
  • Na het gebak misschien een wandeling van 14 km die begint en eindigt bij het planetarium

In de beschrijving van de route staat waar we een stempel kunnen halen. Het aardige meisje bij de balie ziet onze stempelkaart en vraagt op welke manier we de Elfstedentocht doen. Met de camper. Dan heeft u niet de goede kaart. Ze pakt een andere stempelkaart uit het rek en die is van de NKC. Volgens die kaart moet je in elk van de elf steden overnachten op de deelnemende camperplaatsen of campings. Hoe commercieel wil je het hebben.Wij houden onze eigen stempelkaart en mocht je dat willen dan krijg na afloop een officieel document van de burgemeester van Leeuwarden.

Wij gaan door naar Dokkum.

Waar kennen we Dokkum ook weer van. O ja nu weet ik het weer. 754, Bonifatius die met goede bedoelingen deze kant op kwam maar de Dokkumers zagen dat niet zo. Hij werd in de directe omgeving vermoord. Nu heeft ieder nadeel zijn voordeel en het voordeel is dat Dokkum een onuitwisbare plaats in de geschiedenis heeft gekregen. Al in 1298 kreeg het plaatsje stadsrechten. Niet als eerste in Friesland maar wel als vierde. Het werd een stad.

Wij beginnen onze stadswandeling weer bij een van elf steden fonteinen. We vinden hem voor de Martinikerk. Deze fontein is een ijsfontein en hoeveel ijs er op te zien is, is afhankelijk van de zon, luchtvochtigheid, wind en neerslag.

Dan de Martinikerk. Die naam kom je hier veel tegen. Ik denk al snel dat het iets met drank te maken heeft. In het kader van de ijsfontein, Martini on the rocks maar het heeft een andere betekenis. De naam Martinikerk en bv de Martinitoren in Groningen komt van de heilige Martinus van Tours, die een belangrijke heilige was in de katholieke kerk. 

Martinus van Tours, beter bekend als Sint-Maarten, was een bisschop die leefde in de 4e eeuw na Christus. Hij was bekend om zijn liefdadigheid en goede daden. Hij wordt vaak afgebeeld te paard, delend zijn mantel met een bedelaar.

We lopen verder over de Dokkumer Bolwerken. We lopen over de kettingbrug. Achter ons een eilandje. Hier werden smokkelaars en zeerovers gevangen gehouden en als waarschuwing aan het gepeupel opgehangen terwijl de admiraliteit toekeek. Het was geen eenvoudig leven in die tijd.We lopen langs een van de twee molens die nog in gebruik zijn. De ene als dierenwinkel en de ander nog heel druk want die heet, Zeldenrust.

De route was bijna 3 km niet zolang dus, maar lang genoeg om de dag af te sluiten met een drankje en hapje. Dokkum heeft een camperplaats maar wij vinden een prettig vrij plekje waar het goed overnachten is.

Sneek.

Sneek bekend van zijn Sneekweek. Maar dat natuurlijk niet alleen. Er schijnt ook een mooie fontein te zijn. een van de elfsteden fonteinen. We lopen de beroemde waterpoort door, slaan linksaf en daar zou hij moeten staan. Nee dus. Hij is weer terug naar de maker. Ik spreek een geboren Sneekenaar en hij vertelt dat ieder voorjaar het draaigedeelte van de fontein het weer niet doet en nog in de garantie terug gaat naar Duitsland. Ik heb dus alleen een foto van het plaatje en daar moeten we het mee doen .

Nog een weetje. C&A,  je weet wel die van die kleding, opende hier hun eerste winkel. In 1841 openden de twee broers (C)lemens & (A)ugust Brenninkmeijer een textielopslag zodat ze minder vaak naar Westfalen hoefden te reizen om stoffen te halen. In datzelfde jaar opende ze aan de Oosterwijk een winkel. Pas veertig jaar later kwam er uitbreiding. Eerst in Leeuwarden (1881) en in Amsterdam in 1883. En toen ging het snel.

Ijlst.

Het is nog vroeg en gaan door naar IJlst. Een voor mij tenminste nog onbekende plaats tijdens de Elfstedentocht. Maar we nemen een omweg want als je de Elfstedentocht rijdt moet je natuurlijk ook langs De Tegeltjesbrug. Deze bestaat uit ruim vierduizend tegeltjes waarop foto’s van Elfstedenrijders staan afgebeeld. Alle portretjes samen vormen – dankzij kleurgebruik en compositie – de beeltenis van schaatsers. Het monument is ontworpen door Maree Blok en Bas Lughthart en is een ware blikvanger in het weidse landschap tussen Lekkum en Giekerk. Niet alleen winnaars en wedstrijdrijdersstaan afgebeeld maar ook duizenden tourrijders onder wie W.A. van Buren, de schuilnaamvan prins Willem-Alexander die in 1986 de tocht volbracht. Wij zochten het tegeltje van vriend Bart die de tocht ook volbracht maar we moesten stoppen met zoeken want van met het hoofd schuin kijken worden we behoorlijk tureluurs.

We rijden verder en glijden IJlst binnen. Er is een camperplek voor 4 campers naast de ijsbaan zonder ijs en de fierljeppen club. Direct bij het binnenrijden vallen de overtuinen op. Vroeger werden deze tuinen gebruikt voor het drogen en bleken van de witte was. Tussen de huizen en de tuinen lag een weg. Daar komt de naam overtuin vandaan.

We gaan natuurlijk wel een stukje lopen en beginnen, hoe kan het ook anders bij de fontein. Deze staat naast een oude molen. Deze fontein is gemaakt door Japanner Ohmaki. Als je goed kijkt zie je de geschiedenis van IJlst gecombineerd met Japanse bloemsierkunst, Ikebana. De fontein moet het symbool zijn voor eeuwige verbinding tussen mens, cultuur en natuur. Het stadje ontstond rond het jaar 1000 toen er zich boeren en arbeiders vestigden tussen de Ee en de Geeuw. In 1268 kreeg het stadsrechten. Het werd een belangrijke plaats voor de handel in hout. Alles draaide op het hout. Denk aan de houten schaatsen, scheepsbouw en houten gereedschappen. In Ijlst werden de bekende Friese houten doorlopers, de houtsjes gemaakt. Wie, met een wat oudere leeftijd, heeft er niet op leren schaatsen. Ik nam die naam “doorlopers” letterlijk want ik stond er meer naast dan op. De bekendste schaatsen makers waren Frisia en Nooitgedagt. 

Ik vind het een van de verrassendste steden tijdens deze tocht.

Sloten

Het is het kleinste stadje van de Elfstedentocht maar zeker niet de minste. In 1426 kreeg het zijn stadsrechten. Het stadje was door zijn ligging van strategisch belang en groeide uit tot een echte vestingstad. We Zoals ik al eerder memoreerde hebben we deze route gekocht van de NKC, Nederlandse Camper Club. We komen er steeds meer achter wat een flauwekul dit is. Volgens de app kun je hier je rustig een aantal dagen vermaken. Er is hier een wandeltocht uitgezet langs alle hoogtepunten, 1,4 km. Daar kun je wel een paar dagen overdoen.

Een aanrader is bakkerij ‘t Kruimeltje. Volgens de NKC is dit een kleine en authentieke bakkerswinkel. Vol met overheerlijke broden, gebaksoorten en andere lekkernijen. We gaan natuurlijk af op deze informatie en zoeken het winkeltje op. Aan de buitenkant een mooi uithangbordje met Bakkerij erop. Bij bakkerij verwacht ik de geur van versgebakken brood. Ik ruik niets. Al het brood komt uit Oude Mirdum. Er wordt hier helemaal niet gebakken. Maar dat alles maakt sloten er niet minder op. Ik vind het een mooi stadje met prachtige gevels, bruggetjes en zelfs een schavot.

We beginnen weer bij de fontein. Deze heet De Kievit. Waarom heet die zo? 

Dit zeggen de makers Lucy & Jorge Orta erover: „In Sloten voel je de nabijheid van de inwoners: was die te drogen hangt, zitbanken voor huis, gebruiksvoorwerpen in de tuin. De Kievitfontein verhaalt van kinderen die opgroeien in zo’n hechte leefgemeenschap en vertrouwd zijn met de tradities en gebruiken. Het meisje dat op de schouders van de jongen staat, houdt een kievit in haar hand: een vogel die van oudsher hoort bij Friesland. Maar de Kievitfontein heeft ook een universele boodschap. De slordig gestapelde emmers, jerrycans en teilen die onder de voeten van de jongen de basis vormen van de fontein, zijn gebruiksvoorwerpen die je overal ter wereld aantreft. Ze wijzen naar iets waar wij in onze samenleving overvloedig over beschikken maar wat elders in de wereld helemaal niet vanzelfsprekend is: water.

Water is de bron van al het leven. Onophoudelijk stroomt het water de containers in en ook weer uit, alsof de stroom nooit opdroogt. De kinderen hebben de containers beklommen om de kievit te bevrijden van een oude Friese traditie: het rapen van kievitseieren in het voorjaar. De kievit is immers als gevolg van de snel gegroeide intensieve landbouw- en veeteelttechnieken een bedreigde vogelsoort geworden. De kievit draagt een gouden sleutel in zijn bek: het symbool van de stad Sloten en haar hechte gemeenschap.” Mooi hè. Met de rondwandeling, bezoek aan de “bakkerij”, koffie op terras en foto’s en filmen waren we weer anderhalf uur verder.

Nog maar een stadje vandaag? We gaan nog even naar het Vrouwtje van Stavoren 

Na anderhalf uur slenteren in Sloten is het maar een klein stukje naar het volgende stadje op onze elfstedentocht. Onderweg stoppen we nog even bij een monument in Warns. Aan het Ijsselmeer is een monument ter herdenking van de slag bij Warns. In 1345 was hier een veldslag. Gelukkig wonnen de Friezen. De tekst op het monument is: Leaver dea as slaef. Ik zal het toch nog even vertalen, Liever dood dan slaaf.

Stavoren

Dit is de oudste stad van de elf steden en het is een Hanzenstad. Ooit de thuishaven van Friese koningen. Veel welvaart in die tijd maar na de 18e eeuw kwamen de tegenslagen. De grootste is verwoord in de legende van het bekende Vrouwtje van Stavoren. Nog altijd tuurt ze over het water. Ken je de legende? Nee? 

Het ging zo: Volgens de legende stuurde een rijke en hoogmoedige koopmansvrouw uit Stavoren (Staveren) haar schipper eropuit om het kostbaarste te halen dat er op aarde te vinden was. Hij nam na een lange speurtocht graan mee uit Danzig (Gdansk). De vrouw werd woedend en beval hem het graan overboord te gooien. De armen van de stad smeekten haar dit niet te doen en het graan aan hen te geven, maar zij weigerde. Daarop deed een grijsaard haar de voorspelling dat ze door deze daad aan de bedelstaf zou raken. De koopmansvrouw gooide haar ring in het water en zei dat dát net zo min zou gebeuren als dat de ring bij haar zou terugkeren. Enkele dagen later trof ze de ring aan in de vis die zojuist was gevangen en die zij bij haar maaltijd kreeg. Hierna vergingen al haar schepen. De haven verzandde, en op de zandbank groeide het ontkiemende graan, dat het Vrouwtje van Stavoren zo boos in het water had laten gooien, uit tot loze aren. Met de glorie van de stad was het gedaan en het Vrouwtje raakte aan de bedelstaf.

Nu is het weer een bloeiend stadje met vooral in de zomermaanden veel toeristen.

Natuurlijk staat hier ook een van de elf fonteinen. Dit is de visfontein. Hij staat voor de wisselende tijden die Stavoren heeft meegemaakt. Het is een knipoog naar een prent van Pieter Bruegel “hoe grote vissen kleintjes eten”. Zoals Stavoren vaak door de “groten” is opgegeten.

Hindelopen

Het is maar een klein stukje naar Hindelopen. Dat het Frysk de officiële tweede taal van Nederland is, is wel bekend. Maar ook het Frysk kent dialecten. Het Hindeloopers is daar eentje van. Zelfs voor Friese oren zijn de klanken van de Middeleeuwse klinkers onwennig. Deze stad doet dingen graag op eigen wijze en dat maakte Hindeloopen, Hylpen, tot een eigengereide trendsetter. De rechtstreekse verbinding van de Zuiderzee naar de Oostzee bracht ze in aanraking met bedrukte katoenen stoffen, de sits. Naast een eigen klank, dus ook eigen kleding. Na jaren van welvaart veranderde het stadje in de 19e eeuw in een klein vissersstadje. Dat komt natuurlijk weer door Amsterdam. Deze stad kreeg een directe verbinding met de Noordzee dus de route over de Zuiderzee langs Hindelopen was niet meer nodig. De een zijn brood is de ander zijn dood.

Hier staat een van de mooiste fonteinen. Inspiratiebron voor de fontein van Hindeloopen is de levensboom op het stadswapen, met het hert en de hinde die hem omringen. De boom symboliseert de levensenergie, maar staat ook voor wijsheid. Het hert en de hinde voeden zich hiermee. Nu zetelen prachtige exotische vogels in de boom. Als je op het grote, houten gewei zit dat de boom omringt, zie je hoe ze waterspuwend met elkaar ‘praten’. Hij is gemaakt door Shen Yuan een Chinese kunstenares. Ook Hindelopen is niet al te groot.

We rijden naar het een na laatste stadje van onze tocht,

Workum

We overnachten op een plek naast het zwembad. Lekker morgenochtend wat baantjes trekken. Dicht dus. precies die dag onderhoud van de bewegende vloer. Dan maar vroeg Workum verkennen. Twee jaar geleden waren we hier ook, speciaal voor het museum van Jopie Huisman. Daar gaan we nu niet meer heen maar zeker een bezoek waard. Wel gaan we op zoek naar de fontein, “De Woeste Leeuwen”. Op het wapen van de stad staan twee leeuwen afgebeeld en daarop baseerde de Britse Cornelia Parker haar ontwerp. Twee levensgrote leeuwen. Het lijkt of ze met elkaar vechten en elkaar besproeien met water. Op de achtergrond zie je de grote kerk.

En dan voor ons de laatste plaats, Leeuwarden.

Leeuwarden of zoals de stad in het Fries heet, Ljouwert is al vanaf 1524 de hoofdstad van Friesland. De stad ademt geschiedenis, oude monumenten en prachtige gevels, een genot om hier te lopen.

We staan op een camperplaats aan het water en rijden per fiets naar het station waar op het plein ervoor een van de elf fonteinen staat.

De fontein heet “Love” en is gemaakt door de Spanjaard Jaume Plensa. Twee zeven meter hoge sculpturen van een jongen en een meisje. Je denkt dat ze elkaar aankijken maar dat is niet zo, hun ogen zijn dicht. De bedoeling is dat er om de fontein een mistboog hangt en het geheel iets dromerig heeft maar ook deze fontein is buiten werking.

We doen een stadsroute van 4 km en de eerste stop is de blokhuispoort. Een vroegere gevangenis waar de cellen nu in gebruik zijn bij kunstenaars.

We lopen langs smalle grachten en op een brug staat een klein beeld. Margaretha Zelle. Ze woonde hier op nummer 13. Waarschijnlijk ken je haar beter als Mata Hari. In 1905 begon ze in Parijs met het opvoeren van oosterse dansen waarmee ze beroemd zou worden en nam permanent de naam Mata Hari aan. Het hoogtepunt van haar carrière was in 1911-1912, toen ze optrad in diverse Europese steden. Ze had vele aanbidders. Voor het uitbreken van de wereld oorlog 1 reisde ze van Berlijn naar Den Haag, waar ze door de Duitse inlichtingendienst werd geworven als agent H21. In mei 1916 vertrok ze weer naar Frankrijk en bood haar diensten aan de Franse inlichtingendienst aan, maar werd verdacht van spionage voor de Duitsers. Ze werd gearresteerd op 13 februari 1917 en na onderzoek ter dood veroordeeld door een militair gerechtshof. Op 15 oktober 1917 werd ze dood geschoten. Voor deze grande dame vond ik het maar een klein beeldje. In Leeuwarden kun je rustig een tijdje doorbrengen. Een stadswandeling gidst je langs alle hoogtepunten.  Hier 10 op een rijtje.

1. Culturele Hoofdstad van Europa 2018: Leeuwarden was in 2018 samen met Valletta (Malta) de Culturele Hoofdstad van Europa, wat resulteerde in tal van culturele evenementen en activiteiten die de stad internationaal op de kaart zetten.

2. De Oldehove: Deze scheve toren is het symbool van Leeuwarden en een populaire bezienswaardigheid voor toeristen. Je kunt de toren beklimmen en genieten van een prachtig uitzicht over de stad.

3. Fries Museum: Dit museum is gevestigd in een prachtig modern gebouw en biedt een uitgebreide collectie kunst en historische objecten die de geschiedenis en cultuur van Friesland belichten.

4. Prinsentuin: Deze prachtige stadstuin is een oase van rust in het hart van Leeuwarden en een populaire plek om te wandelen, picknicken en genieten van de natuur.

5. Historische binnenstad: De binnenstad van Leeuwarden staat vol met historische gebouwen, gezellige winkelstraten en sfeervolle pleinen. Het is heerlijk om hier rond te dwalen en de sfeer van de stad te proeven.

6. Waterpoort: Deze imposante stadspoort uit de 16e eeuw is een van de weinige overgebleven stadspoorten in Nederland en een belangrijk historisch monument in Leeuwarden.

7. Het Princessehof: Dit voormalige stadspaleis herbergt nu een prachtige collectie Aziatische keramiek en is een must-see voor liefhebbers van kunst en cultuur.

8. De Blokhuispoort: Deze voormalige gevangenis is omgetoverd tot een bruisend cultureel centrum met onder andere een bibliotheek, ateliers, horeca en evenementenruimtes.

9. De Waalse Kerk: Deze charmante kerk uit de 17e eeuw is een van de oudste gebouwen van Leeuwarden en een belangrijk monument van de stad.

10. De vele festivals: Leeuwarden staat bekend om zijn levendige festivalkalender, met evenementen als Welcome to the Village, Explore the North en het Fries Straatfestival die jaarlijks duizenden bezoekers trekken.

En zo eindigt hier onze Elfstedentocht per camper. Wij hebben ons niet aan de “juiste’ volgorde gehouden en dat is wel zo prettig. Sommige steden liggen dicht bij elkaar en kun je goed vanuit een vaste camperplaats met de fiets bezoeken. Wij overnachten op de volgende plaatsen.

Bolsward: stadscamping, Badweg 5, 8701 HX  15 euro

Menaldum/Menaam: Recreatie in de tuin, Bitgummerdijk 5, 9036 VS. 15 euro

Ijlst: kleine camperplaats, Sudergoweg 1A. 8,5 euro zonder en 11 euro met stroom

Dokkum: stonden wij vrij. 53,32776°N.     5,99419°O. er is ook een camperplaats Dokkum: van Kleffenstraat 8, 9101 CM.   16 euro.

Workum: stonden we vrij naast Sportcentrum Rolpeal. Coördinaten: 52,97705°N — 5,45028°O

Leeuwarden: Havencamping: Jachthavenlaan 3, 8937 AM    14,3€ stroom 2€