Na de drukte van de kerstmarkt super goed geslapen in ons heerlijke bedje. Dikke gordijnen voor de ramen en heel donker. Pas om half negen wakker. Het is zondag en we gaan op weg om zo’n driehonderd km te rijden. De Sprinter ronkt lekker maar dat geluid wordt overstemd door knorrende geluiden uit de maagstreek. Stoppen op een parkeerplaats.

We staan in Belbouf. Precies onder een rotsplateau waar een kapelletje in is uitgehakt. Half in de steen en half uitgebouwd. Lang geleden zochten kluizenaars stilte in de krijtrotsen boven de Seine bij Belbeuf. Ze hakten er een kleine gebedsruimte uit, beschut door steen en stilte. In de 16e eeuw werd die eenvoudige plek een kapel, gewijd aan Sint-Adrien, verzorgd door monniken uit Rouen. Door de eeuwen heen werd de rotskapel verstevigd en uitgebreid, maar ze bleef klein en verborgen. Zo staat ze er nog altijd: half steen, half rots.

Kapelleke

Zo maak je onderweg toch weer iets mee. We rijden nog een aantal kilometers en vinden een plekje om te overnachten in Avrilly. Het is maar een nachtje dus het maakt niet zoveel uit waar je staat maar hier is echt niets. Een kerk en misschien twintig huizen, een gesloten bar en een motorcross circuit. We krijgen het net voor elkaar om twee km te lopen. Toch smaakt de overgebleven boerenkool van vrijdag heerlijk en dan die lekkerste bekroonde rookworst van Nederland uit Culemborg , super lekker.

Wel heel rustig.

Het was weer een stille rustige nacht.

Morgen naar Cissé en weer een toevallige lunchplek