Feuilleton, aflevering 14

De waarschuwing

Terwijl ze verder liepen, werden ze ingehaald door een kleine groep Roodkoppen, waaronder stamoudste Dorpok. Zijn gezicht stond streng, maar er lag ook een zekere nieuwsgierigheid in zijn ogen. Pokidor, zei hij, ik heb gehoord dat je onze gast naar het hart van de stad wilt brengen. Weet je zeker dat ze hier klaar voor is?

Pokidor keek naar Tessa, die hem met een geruststellende blik aankeek. Ja, Dorpok, zei hij. Tessa wil onze manier van leven leren kennen. Ik weet zeker dat ze het aan kan.

De stamoudste knikte langzaam. Goed, zei hij. Maar onthoudt goed, alles wat ze hier ziet moet geheim blijven. Als ik merk dat ze dingen van ons deelt zal ze direct moeten verdwijnen.

Tessa knikte beleefd. Ik begrijp het, stamoudste. Jullie geheim is bij mij veilig en heilig. 

Die avond zaten Tessa en Pokidor bij een van de helderste bronnen van de onderwereld. De gloed van de vuurvliegjes weerspiegelde in het water, de stilte om hen heen voelde als een cocon van rust. Tessa leunde tegen Pokidor aan, haar hoofd rustend op zijn schouder. Pokidor, begon ze aarzelend, ik heb nooit gedacht dat ik zoiets zou meemaken. Jouw wereld is prachtig, maar het is ook… zo anders. Denk je dat ik hier zou passen?

 Hij keek naar haar, met een tedere blik. Natuurlijk is het moeilijk om alles achter te laten maar ik voel dat je hier past. Misschien zelfs beter dan je denkt.

 Tessa draaide haar gezicht naar hem toe en keek hem recht in de ogen. En als jij met mij naar boven zou gaan? vroeg ze zacht. Pokidor zweeg even. Hij wist dat die vraag zou komen maar de gedachte om zijn volk te verlaten maakte hem nerveus. Ik weet het niet, zei hij eerlijk. Jouw wereld is zo… hectisch. Zo luidruchtig. Maar als het betekent dat ik bij jou kan zijn, zou ik het misschien kunnen proberen.

 Ze bleven elkaar diep in de ogen kijken, de wereld om hen heen leek stil te vallen. Tessa legde een hand op zijn borst, en hij voelde de warmte ervan door zijn hele lichaam stromen. Hun lippen raakten elkaar in een lange, intense kus. De tijd leek stil te staan, en voor een moment bestond er niets anders dan zij, alleen met z’n tweeën.

Morgen gaan we naar het hart van onze gemeenschap maar nu gaan we eerst een tijdje slapen. Ik ben uitgeput.