Feuilleton, aflevering 11

De onderwereld

Pokidor, hield haar hand stevig vast terwijl ze samen aan de 233 treden naar beneden begonnen. De lucht voelde anders, zwaarder maar tegelijkertijd gevuld met een mystieke energie die haar ademhaling vertraagde.

Ben je bang? vroeg Pokidor zachtjes. Zijn stem had een geruststellende klank, alsof hij haar wilde beschermen tegen alles wat zou komen.

 Tessa kneep in zijn hand. Niet bang, zei ze, maar onzeker ik weet niet wat ik beneden zal aantreffen.

 Toen ze de laatste trede bereikten, spreidde zich een adembenemend landschap voor haar ogen uit. Wortels van eeuwenoude bomen rezen als pilaren op, en tussen hen door gloeiden duizenden lichtjes, afkomstig van kleine vuurvliegjes die de onderwereld verlichtten. Kleine, rode wezens renden heen en weer, druk in de weer met hun dagelijkse bezigheden. Zodra Pokimon van de laatste trede stapte kwamen de Roodkopjes met verwonderde blik om hem en Tessa heen staan. Zo’n voor hen buitenaards wezen hadden ze nog nooit gezien. Binnen no-time stonden er meer dan honderd kleine figuurtjes met rode kopjes om hun heen. Een mini mensje met rood krullend haar had Pokimon mee genomen naar hun wereld.

 Pokidor glimlachte trots. Welkom in mijn wereld, zei hij zacht. Dit is de plek waar ik thuis ben. En nu, hopelijk, ook de jouwe.

Nog meer Roodkoppen verzamelden zich rond het tweetal. Hun nieuwsgierigheid was groot, maar hun wantrouwen nog groter. De stamoudste Dorpok, stapte naar voren, zijn kleine gestalte rechtop en zijn hoofd nog roder dan gewoonlijk. Pokidor, gelukkig je bent terug maar wie is dit? Een mens in onze wereld? Wat bezielt je?

 Pokidor boog lichtjes. Dorpok, dit is Tessa. Ze is mijn — mijn vriendin, zei hij, stotterend. Het woord voelde zowel vreemd als vertrouwd op zijn lippen.

 Tessa voelde de blikken van het volkje op haar gericht. Ze boog haar hoofd lichtjes en glimlachte. Wees niet bang, zei ze. Ik wil alleen maar zien hoe jullie leven.

De stamoudste keek bedenkelijk, maar zag een verliefde blik in Pokidors ogen. Hij zuchtte. Ze mag blijven. Tenminste voorlopig, zei hij streng.