Feuilleton, aflevering 5

We zijn er bijna.

Wat is daar mis mee? We staan toch even lekker stil, heb ik even tijd om goed naar je te kijken. Wat ben je toch mooi. Ik weet niet wat er gebeurt maar als ik naar je kijk is het net of ik geen adem meer krijg. Dit heb ik in mijn andere leven nooit meegemaakt. Mag ik je aanraken?

Graag want dat gevoel heb ik ook.

Tessa voelde de warmte van zijn kleine handen op haar huid. Pokidor zijn vingertoppen tasten voorzichtig over haar voorhoofd, haar slapen, langs de zachte ronding van haar jukbeenderen. Zijn aanraking was licht als een veertje, maar ze voelde het overal – een tinteling die zich verspreidde tot diep in haar borst.

Hij hield zijn ogen gesloten, volledig gefocust op het verkennen van haar gezicht. Zijn vingers volgden de lijn van haar wenkbrauwen, daalden af naar de brug van haar neus en gleden zachtjes langs de contouren van haar lippen. Zijn ademhaling ging langzaam, het leek net of hij een geheime kaart van haar huid tekende.

Tessa durfde zich nauwelijks te bewegen. De stilte tussen hen was geladen, alsof de wereld even stilstond in dit moment van ontdekking. Toen zijn vingers langs haar oorlel streken, een bijna onmerkbare aanraking, voelde ze een rilling over haar rug lopen.

Pokidor zweeg, maar zijn handen spraken voor hem. Hij verkende haar als een blinde die iets waardevols voor het eerst aanraakte, en Tessa voelde hoe haar huid onder zijn aanraking tot leven kwam.

Een siddering trok door haar heen toen hij met zijn duim even bleef rusten bij haar lip. Haar hart klopte sneller, en toen hij eindelijk zijn handen terugtrok en langzaam zijn ogen opende, voelde het alsof er iets onuitsprekelijks tussen hen was ontstaan.

Het verkeer voor hen kwam weer op gang en het geluid van een harde claxon bracht hen weer terug op aarde. De telefoon van Tessa begon te rinkelen.

Hoi Tessa hier. Ja ik kom eraan, er staat een file, ik ben er bijna. Wat? De demonstraties lopen uit de hand? Tot zo.

Wat doe je paniekerig Tes, is er wat?

Ja dat gedoe met Sinterklaas. Al eeuwen wordt hij begeleid door Zwarte Pieten. Die zijn niet echt zwart hoor, ze worden zwart geschminkt. Nu is er een steeds groter wordende groep die dat racistisch vind. Heeft te maken met het verleden. De Nederlanden heeft een niet zo prettige geschiedenis. Er werd heel veel geld verdiend met de slavenhandel. Het was een van de laatste landen die het afschafte. De tegenstanders van Zwarte Piet vinden deze figuur nog het stereotype van de slaaf. Veel “Nederlanders” vinden het hun feest en daar hoort al eeuwen een Zwarte Piet bij. Het is eigenlijk een kinderfeest. De kinderen denken dat Sinterklaas echt bestaat en dat hij al honderden jaren oud is. Hij heeft voor ieder kind cadeautjes en ziet ook alles.

Hij is eigenlijk net als onze stamoudste. Hij is al een paar eeuwen oud, heel wijs en ziet alles. Rechtvaardig en oog voor elke roodkop. Wij hebben geen koloniaal verleden en iedereen wordt gewaardeerd om zijn eigen ik. Wat gaan we nu verder doen?

Ik versla voor de krant de intocht. Ik hoopte dat dat zonder incidenten zou verlopen maar het is al raak. Voor en tegenstanders van Zwarte Piet komen dreigend op elkaar af. We moeten er zo snel als mogelijk naartoe.