De drie woorden zijn: Voorstad, Inktvis en Lijfwacht.

Mijn vervolg op het verhaal van Bert https://sportnietaltijdleuk.com/2024/12/24/drie-woorden-8/

en van Geesje https://kreta8.wordpress.com/2024/12/25/de-drie-woorden-van-bert/

Eerste vervolg

Zodra ze buiten kwamen ging de achterdeur van de Mercedes open en Ruben werd ruw op de achterbank gesmeten en geblinddoekt. Met twee man voorin en een aan iedere kant naast hem hoefde hij niet eens aan ontsnappen te denken. De auto scheurde met doordraaiende banden weg, miste net een Amsterdammertje maar raakte wel een gft-container. De stinkende inhoud vloog door de lucht. De lijfwacht zei iets in het Grieks naar de chauffeur die direct gas terugnam. De voorstad van Nijmegen uit en de Ooijpolder in.

Waar brengen jullie mij heen, stamelde Ruben. De man voorin draaide zich om en zei, Nicos. Bij het horen van die naam liep het angstzweet bijna zijn broekspijpen uit. Was ik maar nooit aan dat experiment, samen met Geesje en Bert begonnen, een inktvis is veel te intelligent. Die hadden we gewoon daar in het water moeten laten spartelen. Nee we moesten er ook zo nodig foto’s van maken.

Met een ruk kwam de Mercedes tot stilstand, een hek ging piepend open en de auto reed verder over een grindpad. Ruben werd opzij de auto uitgeduwd en kwam hard op het grind terecht. Nog steeds geblinddoekt namen de mannen hem mee een roestige loods in. Bij een luik in de vloer werd zijn blinddoek afgerukt. Onder het luik was een lange stijle trap naar beneden. Lopen.

Ruben telde 33 treden. Hij kwam in een grote ruimte met allemaal aquaria. In het midden een hele grote vierkante bak met daarin een inktvis die er nauwelijks in paste. Op een verhoging stond een smalle man in een strak roze pak en schoenen. Net als Kojak had hij een kaal hoofd en een lolly in zijn mond.

Ruben werd voor hem neergezet en de man bleef hem zonder iets te zeggen en zonder met zijn ogen te knipperen, alleen maar aankijken. Door de verhoging stonden hun ogen op gelijke hoogte. Het leek of de man hem in de ziel keek.

Ik ben Nicos.

(Wordt vervolgt)