De ochtend begint fris en helder in Pamplona. Het zachte licht van de opkomende zon valt op de stenen straten terwijl ik Sprintertje klaar maak voor vertrek. We rijden naar Olite, een klein stadje in Navarra, beroemd om zijn middeleeuwse kasteel en wijngaarden. Het is maar een kort ritje, slechts zo’n 40 kilometer.

Navarra rolt aan ons voorbij als een schilderij in warme tinten groen en goud. Weg van de snelweg rij ik door kleine dorpjes met kronkelende straatjes en langs glooiende heuvels vol met druivenstokken die wachten op gesnoeid te worden.

In de verte zien we de torens van het Palacio Real de Olite aan de horizon. Het imposante silhouet steekt scherp af tegen de blauwe lucht. Er is hier een goede plek om te parkeren. Er staan al wat campers en zoals de hele tijd al, alleen maar met Spaanse kentekens.

Bij de ingang van de stad staat een imposante olijfboom die al meer dan driehonderd jaar oud is.

Oude olijfboom

Binnen de ommuurde stad lijkt het of we zo in de middeleeuwen terecht zijn gekomen. Smalle straatjes, verborgen winkels en prachtige toegansdeuren tot de oude huizen. Op een pleintje zitten oude mannen lekker in de zon. Ik zou er goed tussen passen.

Oude mannen in de zon
Oude deur

Olite, heeft een geschiedenis die teruggaat tot de Romeinse tijd, toen het bekend stond als een belangrijke nederzetting genaamd Oligitum. Maar het stadje kreeg zijn grootste bloei in de middeleeuwen, met name in de 14e en 15e eeuw, tijdens de heerschappij van de koningen van Navarra.

De grote trekpleister van Olite is het Palacio Real de Olite een gotisch kasteel dat helemaal in oude glorie is herbouwd. Vroeger was het de residentie van de koningen van Navarra. De bouw begon in de 13e eeuw maar in de 15e eeuw breidde Karel de edelmoedige het uit tot een weelderig kasteel. Het werd het culturele en politieke centrum van Navarra. Het stond bekend als een van de meest extravagante paleizen van Europa. Ik kan er mij als ik hier zo loop wel wat bij voorstellen.

Een van de torens
Een minuut Olite

Geen koninklijke inwoners meer maar de stad is nu het wijncentrum van Navarra. De regio staat bekend om haar veelzijdigheid in wijnproductie, met een focus op zowel rode als witte wijnen, maar vooral op de verfrissende rosés (in het Spaans rosado genoemd). Voor wijnliefhebbers is Navarra een paradijs. De regio biedt meerdere wijnroutes langs historische bodega’s, waar bezoekers de productieprocessen kunnen bekijken en de wijnen kunnen proeven. Lokale wijnfestivals en proeverijen zijn een belangrijk onderdeel van het culturele leven in Navarra.

We zijn hier een paar uur geweest en rijden door naar Logroño de hoofdstad Rioja en mijn favoriete wijn.