In het programma “Binnenste Buiten” zag ik een item over de SS Rotterdam. Het in 1959 in de vaart genomen vlaggeschip van de Holland Amerika lijn. De eerste overtocht van Rotterdam naar New York duurde 8 dagen en aan boord was toen nog princes Beatrix en minister Luns. 

Negen jaar later in 1968 stapte ik aan boord om er te gaan werken als herenkapper. Er was een herenkapsalon met twee kappers en een damessalon met zes kapsters en nog een hokje speciaal voor de mannelijke bemanning met een kapper.

Op de overtocht van Rotterdam naar New York waren er 1200 passagiers en 600 bemanningsleden. Genoeg om het goed druk te hebben. Het begon voor mij niet echt gezellig want zodra we Hoek van Holland verlieten begon het schip te schudden. Windkracht 8. De luiken voor de patrijspoorten werden gesloten en de golven dreunden keihard tegen de romp. Ik kreeg acute zeeziekte. Het liefst wilde ik in mijn kooi blijven maar de Engelse manager kwam mij eruit halen en ik moest gewoon werken. Met gespreide benen en leunend tegen de kappersstoel om niet om te vallen. Tijdens het knippen of zelfs met dit weer scheren moest ik regelmatig zeggen, een momentje en waggelde ik naar het keukentje om over te geven. Na anderhalve dag was mijn zeeziekte over maar de wind niet. We deden over de reis 24 uur langer dan normaal. 

New York werd onze thuishaven en we vertrokken voor een cruise van 85 dagen. 85 dagen dezelfde passagiers. Geen 1200 maar de helft, 600 en eenzelfde aantal bemanningsleden. 1 op 1. Bij zo’n lange reis is het net of je in een klein dorpje woont. Iedereen weet alles van elkaar en niet alleen de sociale controle is groot maar ook het roddelcircuit. Regelmatig rellen en in de verkeerde hut terecht komen. Een van de rellen ontstond in de dameskapsalon. Daar kwam een paar keer in de week een Amerikaanse vrouw voor een watergolfje. Als er was gezwommen moest het haar weer in de krullen voor het diner. Het was een  vrouw met sproeten. De kapsters noemde haar krentenbol. Er was altijd wat met dat mens, het was nooit goed. De kapsters lootten zelfs wie haar die dag weer moest behandelen. Krentenbol was weer eens lastig en de kapsters begonnen in het Nederlands over haar te spreken, die krentenbol dit en die krentenbol dat. 

Toen barstte de bom. In het Nederlands begon de vrouw te foeteren. Ik versta jullie wel. Ik ben geboren in Nederland en mijn ouders praatten altijd Nederlands. De kapsters konden wel door de grond zakken. Manager en kapitein erbij gehaald. Één grote rel. Excuses maar het is nooit meer echt goed gekomen.

Wij in de herenkapsalon hadden meestal erg aardige klanten. Ook hier weer veel mannen die zich een paar keer per week lieten scheren. Dat was een heel ritueel. We hadden een speciale bak met gloeiend water waar handdoekjes in lagen. Voor het scheren pakte je dan met een soort groot pincet zo’n doekje uit het water en haalde dat door een mangeltje. dit hete doekje, hot towel, drapeerde je dan op het gedeelte dat geschoren moest worden en liet dat een minuut liggen onder voortdurend drukken. De huid was dan al lekker soepel. De volgende stap was de scheerzeep. Die kwam warm uit een reservoir en  het gezicht werd met een dassenharen scheerkwast ingezeept. Na het scheren nog een kleine gezichtsmassage en een geurende after shave. In die tijd was dat Aqua Velva of Old Spice merken die je nu niet meer ziet. Na een lange nacht in de Nightclub kwamen de mannen s’morgens met een afgezakt gezicht binnen en gingen weer strak en fris de deur uit.

Een bijzonder geval was een man die een speciale behandeling wilde. Dat moest altijd buiten de openingstijden gebeuren. Meestal in de middagpauze, die duurde trouwens 2 uur. Hij was nogal behaard en zijn vrouw vond dat niet prettig, kan gebeuren. Of ik zijn borst -en rugharen wilde scheren. Mijn eerste reactie was, krijg nou wat, maar ach waarom niet. Hij betaalde goed en nam altijd een cocktail, whisky sour, voor mij mee. Een keer per week schoor ik dus zijn borst en rug glad.

Het salaris dat wij kregen was matig maar iedereen gaf ook minimaal een dollar fooi en in die tijd was de dollar, 3 gulden 80 waard. Een rijke Spanjaard was wel erg gul. Voor Hong Kong gaf hij iedereen waar hij mee te maken had 100 dollar. Om te spenderen in Hong Kong. Ook wij kregen met z’n tweeën honderd dollar. Ik heb er mijn eerste super 8 filmcamera voor gekocht.

Het was een mooie tijd. Een vrij leven en veel van de wereld zien. Als wij in een haven lagen was de kapsalon gesloten en kon je mooi de stad in. Vooral op de wereldcruise lagen we vaak meerdere dagen in een haven. India, vijf dagen, Japan vijf dagen. Dan huurden we een auto en gingen ook een paar dagen op stap. Ik denk dat in die tijd mijn nomadische voorkeur is ontstaan. Gewoon onderweg zijn.