Toen Ede nog een piepklein dorpje was en dan spreek ik over 1935 had de voorzitter van de VVV een gouden ingeving. Eigenlijk een paarse ingeving, hij bedacht een heideweek. Een feestje voor de bevolking maar vooral met het doel toeristen naar Ede te trekken. Dat werd een groot succes in ieder geval tot 1939 toen het door de mobilisatie niet door kon gaan. In 1946 mocht het weer en toen werd hij niet ieder jaar maar wel regelmatig georganiseerd. Vanaf 1978 was het ieder jaar feest. Even een onderbreking in de coronatijd maar nu gaat het weer helemaal los. Ik kwam in 1974 in Ede wonen en deed natuurlijk direct mee. er was toen nog voldoende hei en Ede was helemaal versierd met paarse hei. We reden met de auto de zandpaden tussen de heidevelden op en knippen maar. De hele achterbak vol hei. Nu is en het daar autorijden en het knippen van hei verboden en dat is maar goed ook.

Tijdens de heideweek heeft ieder dorp in de gemeente Ede zijn eigen feestdag. Op woensdag is Bennekom aan de beurt. Al meer dan dertig jaar is dit een begrip in de hele regio. Het is een oogstfeest en heeft alles te maken met het verbouwen, oogsten en natuurlijk het verwerken daarvan tot graan. Na dit zware werk hadden de boeren wel zin in een verzetje. In de stal werden dorsvlegels gehangen en daar gingen de boerenzonen en andere sterke mannen aan hangen. De winnaar was de vlegelkoning en mocht de hele avond dansen met een prachtige boerendeerne. Het gerstenat vloeide natuurlijk rijkelijk en daar is niet veel in veranderd. Ik heb een kleine impressie gemaakt van deze dag. Niet alles komt erin voor. Ik mis het vlegelcorso en het ringsteken. andere keer misschien.

Als slot nog even een uitleg wat vlegelen nu eigenlijk is. De tekst is van erfgoed Gelderland en omroep Gelderland.

Ritmisch vlegelen

De werkwijze bij het dorsen is als volgt. Het eerste graan wordt op de dorsvloer uitgelegd met de aren in het midden op de dorsvloer, dit is de eerste legger. De tweede legger wordt op de andere kant van de dorsvloer gelegd met de aren op de aren van de eerste legger. Zo hoeft niet de hele dorsvloer gevlegeld te worden, maar alleen het midden waar de aren liggen. Vervolgens wordt er gevlegeld, lopend van de ene naar de andere zijde van de dorsvloer en weer terug. Het meest wordt dit gedaan door 3 personen, zij doen dan de drieslag, maar soms doet men de tweeslag (2 personen) of de vierslag (4 personen). Eerst slaat persoon 1, dan 2 en dan 3 in een ritmisch tempo. Belangrijk is dat men niet elkaar of elkanders vlegel raakt. Dit vraagt wel de nodige vaardigheid en oefening. Wanneer men voor de eerste keer gevlegeld heeft wordt de bovenste legger gekeerd om de onderkant ook goed te kunnen raken. Dan wordt opnieuw heen en weer gevlegeld.

De volgende handeling is dat de tot nu toe onderliggende legger naar boven wordt gehaald en op de tot dan toe bovenliggende legger wordt gelegd. Deze legger wordt dan op dezelfde manier behandeld dan de nu onderliggende legger. Daarna mag men aannemen dat de korrels uit de aren zijn. Het stro wordt nu verzameld en bij elkaar gebonden. Men was er toen erg zuinig op, want het werd voor verschillende doeleinden gebruikt. Zoals voor veevoer, nadat het kort gesneden werd, maar ook voor strooisel, dakbedekking, dokken en zelfs voor matrasvulling.

Het kaf van het koren scheiden

Na verzameling van het stro werd het zaad met de nog aanwezige korte stro- en aarresten bij elkaar geveegd, waarna het met een hark zo goed mogelijk werd gereinigd. De grove resten werden zorgvuldig gescheiden van het zaad en verzameld en ging naar de kippenhokken als strooisel. De kippen konden er eventuele korrels nog uitzoeken, vandaar het gezegde: “Er een graantje van meepikken”. Als het zaad voldoende schoon is wordt het verzameld in jute zakken om het later nog verder te reinigen door het “kaf van het koren te scheiden”. Vroeger gebeurde dat door middel van een platte mand (de wan) waarin zaad werd geschept en buiten in de wind werd opgeschud. De wind blies het kaf eruit en het zwaardere schone zaad bleef achter in de wan. Later gebeurde dat door een werktuig de z.g. wannemolen, waarin de wind machinaal werd opgewekt. Tenslotte kon het zaad naar de molenaar om gemalen te worden voor menselijke consumptie of veevoer.

Fonte: https://www.eenwagenvolverhalen.nl/Ambachten/het-dorsen-van-graan-met-de-vlegel.html
Alle verhalen